Vruchtwisseling of polycultuur?

Ik krijg regelmatig vragen over wisselteelt en teeltplan. Vandaar maar eens een uitgebreid blog over dat onderwerp. Wij hebben ons ongeveer 20 jaar lang redelijk streng aan een vruchtwisseling gehouden. Elk jaar maakte ik een overzicht van wat we in welk vak teelden. En wat er dus het jaar erop in dat vak kon worden gezet.

In de eerste 10 tot 15 jaar hielden we de echt strenge vruchtwisseling aan, niet alleen in de afwisseling maar ook in opvolging. Want daarvan wordt gezegd dat als je de juiste volgorde aanhoudt, de soorten na de vorige teelt ook nog baat hebben bij dat wat de vorige teelt heeft achtergelaten. Bijvoorbeeld: peulgewassen gebruiken weinig voeding en de stikstofbolletjes aan de wortels leggen stikstof uit de lucht vast. Als je als nateelt of het jaar daarop koolgewassen volgens de volgorde aanhoudt krijgen de hongerige koolplanten dus wat de peulgewassen niet hebben gebruikt en/of hebben nagelaten. Er is voor de volgorde in de vruchtwisseling trouwens een heel handig ezelsbruggetje:

Alle Pesticiden Kunnen Beter Vermeden Worden. De beginletters staan voor de verschillende groepen gewassen = APKBVW = Aardappelen – Peulvruchten – Koolgewassen – Bladgewassen – Vruchtgewassen – Wortelgewassen (en bij meer vakken dan daarna dus weer Aardappelen, Peulvruchten, etc.). Er zijn ook mensen die deze volgorde juist omdraaien (dus Wortel-Vrucht-Blad-Kool-Peul-Aardappel), mede door informatie in de Groente- en Fruitencyclopedie. Beide lijken dus mogelijk te zijn, in de tijd dat ik een vruchtwisseling aanhield deed ik dat volgens de APKBVW-volgorde.

Ergens rond 2010 hebben we dat ‘aller-ingewikkeldste’ van de vruchtwisseling en dan ook nog in de juiste volgorde losgelaten. Omdat ik het niet meer rond kon breien, omdat we nu eenmaal meer bonen eten dan worteltjes, omdat we buiten weinig vruchtgewassen hadden (doordat we ook vruchtgewassen in de kas teelden), etc. Ik vond nog een oude ‘planning/vruchtwisseling’:

Drie keer bonen, 3 keer aardappelen? Nu telen we ondertussen veel minder aardappelen (omdat we minder aardappelen eten), maar wel nog ongeveer net zoveel bonen. En flink meer koolgewassen (omdat we ondertussen ook verliefd zijn geworden op nieuwe soorten als palmkool, hon tsai tai, paksoi, kailaan, komatsuna, etc.).

Heel belangrijk voor ons was vak 14 op de planning hierboven: aangezien ik heel slecht in weggooien ben had ik elk jaar een vak waarin ik alles plantte wat ik overhad: een paar koolplanten waar geen plaats meer in het koolvak voor was, een paar pootaardappelen, 6 stambonenplanten, een handje pootuitjes, 1 courgetteplant, wat plugjes met rucolazaailingen, etc. En eigenlijk waren er maar zelden problemen in dat vak, eigenlijk groeide alles er altijd wel prima (en vooral in harmonie naast elkaar).

De tuin ruim 10 jaar geleden, met voor elke gewassengroep een apart vak, je ziet vooraan een vak met bladgewassen, erachter een vak met wortelgewassen, rechts een vak met peulgewassen, etc. Alles netjes en recht bij elkaar in rijen en vakken

Wat niet altijd voor iedereen even duidelijk is, is dat de vruchtwisseling eigenlijk uit 2 aparte onderdelen bestaat: je kunt de soorten indelen in groepen die ongeveer dezelfde mestbehoefte hebben en je kunt de soorten indelen in familie van elkaar. En die 2 hoeven niet perse ook iets met elkaar te maken te hebben, maar soms juist wel (en dat maakt het zo ingewikkeld).

Bijvoorbeeld: prei is een bladgewas omdat ze uit opeengepakte bladeren bestaat, ze hoort daarmee bij andere bladgewassen als sla, melde, andijvie, snijbiet, etc., allemaal soorten die wat extra stikstof willen voor de ontwikkeling van het blad.

Maar prei is familie van ui, sjalot en knoflook. En dat zijn wortelgewassen (ze maken weinig blad en vooral een eetbare bol en de planten willen dus liever geen extra stikstof maar wel wat extra kali). In de bemestingsgroep hoort prei bij de bladgewassen maar in de vruchtwisseling mag ze niet na ui, knoflook en sjalot worden geteeld. Het is dus helemaal niet erg als je na prei nog spinazie teelt (bladgewas na bladgewas) want ook al zitten ze bij elkaar in de vruchtwisselingsgroep van bladgewassen, ze zijn in de verste verte geen familie van elkaar. Je moet wel bedenken dat de prei veel voeding heeft gebruikt en je wellicht voor het zaaien van de spinazie nog wat voeding wilt geven.

Kijk, daar komen de eerste foutjes, foto van 2009: overal netjes afgebakende vakken, met aardappelen, met uien en sjalotten, kolen onder een net erachter, zelfs vooraan jonge prei naast snijbiet. Maar wat doet links die rucola (koolgewas) naast de stokbonen (peulgewas), dat mag eigenlijk niet

Lastig hè. En er zijn meer groentesoorten die een familielid in een andere groep hebben. Denk aan groenlof (bladgewas) en nauw familielid witlof (wortelgewas). Of aan rode biet (wortelgewas), familie van snijbiet (bladgewas). En de aardappel heeft z’n eigen gewasgroep maar is ondertussen wel ook familie van de tomaat (vruchtgewas).

En dan heb ik het alleen nog maar over de hoofdteelt. Als er dan ook eventueel nog een voorteelt is, en/of een nateelt… dan maakt dat de planning heel lastig. Sterker nog; bijna onmogelijk, een 5 sterren sudoku is er een makkie bij. Uiteindelijk kom je altijd in de knoop als je nog late groenten = nateelt wilt (gedeeltelijk omdat het assortiment daarin wat kleiner is dan voor hoofdteeltsoorten). Het kan wel, maar dan vooral in een tuin die veel vakken heeft waarin je dus meerdere keren kunt roteren. Het is mij nog nooit gelukt om voor zowel voorteelt, hoofdteelt en nateelt een kloppende vruchtwisseling te maken. En dat betekende dat we regelmatig na de oogst van bijvoorbeeld vroege aardappelen of uien een vak leeg lieten. Zonde maar ik kon dan niet volgens de vruchtwisseling ‘veilig’ nog late boontjes zaaien. Of we zaaiden er wat bloemen of een groenbemester maar ook dan moest je soms nog rekening houden met mogelijke familieleden.

Nog even de definitie van vruchtwisseling: “Het afwisselen van verschillende plantensoorten op verschillende plaatsen in verschillende jaren met als doel een gezond gewas met een goede smaak en een goede opbrengst”.

En de definitie van polycultuur: “Een vorm van landbouw waarin meer dan één soort tegelijkertijd en in dezelfde tuin wordt geteeld, in navolging van de diversiteit zoals die in de natuur voorkomt.

Er was trouwens nog iets; we werden gewaarschuwd voor ‘aaltjes’; microscopisch kleine ‘wormpjes’ (nematoden) die, als je een paar keer dezelfde groente in hetzelfde vak had geteeld, ervoor zouden zorgen dat planten minder goed zouden groeien, sneller ziek zouden worden en minder opbrengst zouden geven. Bodemmoeheid. Het is grappig dat als ik nu op het woord ‘aaltjes’ zoek ik juist allerlei informatie vind over hoe sommige aaltjes ingezet kunnen worden tegen plagen in de moestuin. Er zijn dus schadelijke, maar zeker ook nuttige aaltjes.

Voor alle duidelijkheid: ik ontken niet dat er aaltjes bestaan die voor bodemmoeheid kunnen zorgen. En ik ontken niet dat elk jaar op dezelfde plaats dezelfde groenten telen niet gezond is; niet voor de grond en niet voor de groenten (want het maakt het bijvoorbeeld voor plaagdieren, ziekten en schimmels makkelijk om volgend jaar weer terug te keren of in de grond te ontwaken en voor hetzelfde probleem te zorgen).

Maar ergens in de afgelopen jaren ben ik gaan vergelijken: onze tuin met het restjesvak, en met de tuinen van de moestuinders om ons heen, en ervaringen die ik op mijn website van anderen hoorde. En ik dacht na over de reden waarom je een bepaalde volgorde moest aanhouden. Ik vroeg me bijvoorbeeld af waarom er wel al 30 jaar lang dezelfde brandnetels, heermoes en distels op ongeveer dezelfde plekken in en langs de moestuin verschijnen, zonder bodemmoeheid, zonder verlies van kracht, eigenlijk elk jaar sterker wordend. En dan dat compost maken: waarom is het slecht als een bepaalde groente meerdere keren achter elkaar op dezelfde plaats groeit, maar mag je de planten wel op de composthoop gooien en die overal in de tuin gebruiken.

Het draait naar mijn bescheiden mening allemaal om gezondheid en afwisseling. Gezondheid: zieke planten in de tuin kunnen het jaar erop weer voor problemen zorgen door overwinterde plaagdieren, virussen en en schimmels. Afwisseling: in bermen en parken groeien distels, brandnetels, fluitenkruid, etc. kriskras door elkaar. Onkruid heet niet voor niets zo: het zijn heel sterke planten die onder slechte omstandigheden nog steeds overleven en zich voortplanten. En de groenten in de tuin zijn vaak soorten en rassen die zo zijn doorontwikkeld dat wij ze lekker vinden en ze een goede opbrengst geven, maar het oersterke is er wel vanaf. Meng maar eens brandnetelzaden met tomatenzaden en strooi die in de tuin: de kans dat er veel brandnetels groeien en geen tomaten is heel groot. Maar als je een mix maakt van verschillende soorten saladezaden en die in zo’n vak strooit zul je over een lange periode verschillende saladeblaadjes kunnen oogsten. Denk aan een saladebak:

Ergens in de afgelopen 10 jaar zijn we de vruchtwisseling steeds meer los gaan laten. Niet opeens en klakkeloos maar langzaam maar zeker en weloverwogen. Waarom zou bleekselderij niet naast knolselderij kunnen groeien? Ze is notabene familie van elkaar (maar bleekselderij is een bladgewas en knolselderij een wortelgewas). De eerste wil wat extra stikstof en de tweede wil wat extra kali. Als ik zorg dat ze van alles wat krijgen (als in een samengestelde voeding) dan krijgen ze allebei voldoende en heb ik misschien niet de grootste bleekselderijplanten en knolselders maar ze zijn wel erg lekker, en daar gaat het toch om.

Trouwens, ik kan, als ik wil, ook afzonderlijke planten wat specifieke en bijvoorbeeld in water opgeloste meststoffen geven. En waarom zou ik niet binnen 4 jaar na bonen nog een keer bonen mogen zetten? Mits de planten gezond zijn en er genoeg andere andere planten in de tuin staan die voor afwisseling zorgen.

Bleekselderij en knolselderij staan hier om en om in een rij (bleekselderij heeft wat lichter groen blad dan knolselderij). Als je goed kijkt zie je links ervan ook nog knolvenkel en rechts Antirrhinum (Leeuwebek)

Die afwisseling blijkt heel belangrijk te zijn. Niet alleen qua groenten maar ook in fruit, kruiden en bloemen. Hoe meer afwisseling in verschillende soorten planten, hoe meer plezier. Want 10 rijen bonen trekken in de zomer geheid luizen, ze komen op een bonenwalhalla af zodat ze makkelijk en veel kunnen eten en zich makkelijk voort kunnen planten. Maar als er overal in de tuin een paar bonenplanten staan, tussen kool, knolvenkel, aardbeien en munt in, dan moeten ze veel meer hun best doen. Er is een kans dat ze die tuin dan overslaan omdat het ’teveel gedoe’ is, of dat ze blijven en wel hun best doen maar dan kost het heen en weer vliegen tussen die verschillende planten op verschillende plaatsen zoveel tijd en energie dat de aantasting misschien wat minder erg wordt. Kruiden (vooral de sterk geurende soorten zoals munt, dille, venkel, bonenkruid, etc.) tussen groenteplanten in kunnen ervoor zorgen dat bijvoorbeeld kool minder makkelijk kan worden gevonden door plaagdieren. Afrikaantjes kunnen dat trouwens ook heel goed.

Kleuren kunnen trouwens ook afleiden: wij ervaren dat paarse boerenkool hier over het algemeen wat minder last van witte vlieg heeft dan groene boerenkool. Ik zet ook wel groene boerenkool, net als de paarse boerenkool op verschillende plekken in de tuin. En als het even kan zet ik er wat felgekleurde goudsbloemen of geurige dille naast/tussen.

Een vak in de moestuin in 2018: je ziet er een bonte mengeling van Zinnia’s, snijbiet, dille, afrikaantjes, basilicum, maïs, rucola, Cosmos en palmkool:

We zaaien de laatste jaren ook meer eenjarige bloemen. Niet meer in een eigen gedeelte van de tuin (vroeger hadden we een stuk groentetuin, een bloementuin, een kruidenhoek en een gedeelte voor fruitbomen en -struiken). De laatste jaren mengen we de bloemen (en kruiden) juist met de groenteplanten. En we proberen die eenjarige bloemen ook nog goed uitkiezen waardoor ze meer te bieden hebben dan vrolijke bloei en afwisseling: sommige bloemen zijn eetbaar, of kun je plukken voor in een vaas, of lokken veel hommels en bijen. En er zijn planten die een ‘schonende’ werking op de grond hebben, zoals Tagetes patula en Tagetes minuta (Afrikaantjes), Calendula (Goudsbloemen). En er zijn bloemen die plaagdieren lokken en zo bij groenteplanten vandaan houden (Tropaeolum, Oost-Indische Kers), etc. Ik heb nog een oud boekje met de titel ‘De eetbare siertuin’. Dat lijkt er wel op. Nou ja, of een mooie moestuin natuurlijk :-). De term Cottage Garden hoor je niet zo vaak meer maar ook dat is een toepasselijke naam.

Door het mengen van al die groenten, fruit, kruiden en bloemen staan ze eigenlijk nooit twee jaar op dezelfde plaats. Het is dan wel heel belangrijk om goed op te letten op wat er in je tuin gebeurt, zelf vind ik dat juist het leuke van een moestuin: een rondje lopen en kijken welke planten het naar hun zin hebben (en waarom, doordat ze naast andere planten staan of komt het toch door de droogte of doordat er afgelopen winter rijpe compost is toegevoegd?). Niets is zo leuk en leerzaam als elk jaar weer wat nieuws in je tuin te proberen, of dat dan een nieuw ras, een oud soort, een bijzondere plantencombinatie, een nieuwe teeltmethode of wat dan ook is.

Nog zo’n mix in een vak: ik zie melde en Lathyrus, tomatillo en knolvenkel, boomspinazie en Afrikaanse goudsbloem, boerenkoolspruitjes en knolselderij

Sinds we de vruchtwisseling voor een groot deel hebben losgelaten ben ik wel strenger geworden: als een plant ziek is grijp ik vrij vlot en rigoureus in. Ik probeer nog wel een oplossing te vinden en geef het dan nog een paar weekjes een kans maar als het niet helpt moeten die planten er maar uit. Ik laat geen resten van eventuele zieke planten liggen en ze mogen ook niet op de composthoop.

Mede daarom (maar veel meer nog omdat we constant uit de tuin oogsten) ben ik het grootste deel van het jaar wel aan het zaaien. Het is bijna een sport om te zorgen dat er voor een plant die we oogsten gelijk weer een andere zaailing klaar hebben staan. Niet dat het me altijd lukt hoor, maar het is een leuk streven.

Vroeger werd er gezegd dat de grond ook rust nodig heeft. En dat krijgt ze hier in de winter en/of het vroege voorjaar ook, maar korter dan vroeger. En wat is het verschil tussen nog ergens sla in de tuin of grote plukken vogelmuur of straatgras? De discussie lijkt wel wat op die van wel of niet spitten, en wel of niet de grond bedekken: vroeger spitte Ruud in november de tuin en lag die tot maart kletsnat en in vette plakken te wachten op de eerste nieuwe groenten in het nieuwe jaar. Ondertussen laten we zoveel mogelijk groenten staan want dat zorgt voor minder wateroverlast en een rijker bodemleven. En vakken die leegkomen bedekken we, met stro, mest, compost, blad of wat dan ook. En dus krijgt de grond eigenlijk geen rust, alle organismen gaan direct aan de slag als we er een bedekking van bijvoorbeeld mest of compost op hebben gegooid.

Op het loslaten van de vruchtwisseling zijn er een paar uitzonderingen, dus soorten waarbij we nog wel een vruchtwisseling hanteren en die ook bij elkaar in een vak staan.

Aardbeien: simpelweg omdat die met een net beschermd moeten worden tegen vogelvraat en het is handiger om ze dan maar bij elkaar te zetten.

Aardappelen: Ruud wil dat graag, aardappelen bij elkaar in één vak, op de juiste afstand, en heel goed opletten dat ze niet worden aangetast door phytophthora. En hij heeft gelijk, maar ik plant elk jaar ook al wel wat paarse of roze aardappelen die ik tussen bloemen en andere groenten inzet. De aardappelen zijn dus heel voorzichtig ‘in transitie’ :-).

Rijtjes groenten: en daarmee bedoel ik de soorten die of heel klein zijn of ter plaatse moeten worden gezaaid. Zoals worteltjes, postelein of lenteui. Ik houd geen rekening meer met de vruchtwisseling maar het is nu eenmaal wel handiger om ze in een rijtje te zaaien, als ik door de hele tuin overal 1 worteltje zou moeten planten (of 100 keer 1 radijsje of 1 roosje veldsla) dan zou dat in onze tuin niet werken. Die soorten zaai ik in een groter of kleiner rijtje, maar dan meestal meerdere rijen van verschillende soorten zoals hieronder in de kas:

In de winter zie je op deze foto in de kas 2 rijen pluksla (bladgewas), 1 rij rucola (koolgewas), 1 rij winterpostelein (bladgewas) en een rijtje mosterdblad (koolgewas)

Stokbonen: omdat die hoe dan ook bij elkaar in een soort bouwwerk groeien onthoud ik waar ze dit jaar stonden en zoek ik er volgend jaar een ander plekje voor.

Wij hoeven weinig rekening te houden met kool maar als ik op zure zandgrond zou tuinieren denk ik dat ik voor koolgewassen ook een vruchtwisseling aan zou houden (in verband met knolvoet).

Is dit nu wat polycultuur wordt genoemd? Ik denk het wel. Maar ik geloof ondertussen niet meer in 1 onbetwiste en vaststaande methode. Zoals ik wel vaker schrijf, tuinieren is geen wetenschap. Er is zoveel leuks te proberen, leren en ontdekken en wil daar eigenlijk niks van overslaan. Wat mij betreft geldt diversiteit niet alleen voor de soorten planten in onze tuin maar ook voor de verschillende manieren om die te laten kiemen, groeien, oogsten en eten.

Ik denk dat het allemaal prima en naast elkaar in onze tuin past: monocultuur, permacultuur, polycultuur, tuinieren met een vruchtwisseling, maar die soms ook loslaten, bodembedekking (van soms stro, soms mest, soms gronddoek, soms karton, maar soms ook gewoon kale onbedekte grond). Ik wil lage planten en klimmers, eenjarig en vast, in potten, in een verhoogde bak maar ook soms in de volle grond. Ik vergelijk graag, zoals dit jaar de zoete aardappelen in de volle grond, in een speciekuip en in een zak. Of telen in strobalen (hier geen succes). De beste manier om erachter te komen hoe je met het meeste plezier en de beste opbrengst kunt tuinieren is zelf ervaren wat beter en wat minder goed werkt.

Nou, dat was een heel lang blog, ik hoop dat het wellicht wat mensen op leuke ideeën brengt voor dit jaar, of het volgende! Tot slot nog één foto, ook weer met een mengsel van verschillende planten: paarse melde, een courgetteplant, paarse Amaranthus, tomatillo, Calendula (goudsbloemen) en krulandijvie. En op de foto bovenaan de pagina zag je een herfstig mengsel van boerenkool, snijselderij en bieten.

Ondertussen kreeg ik het verzoek om ook iets over de vruchtwisseling in de kas te schrijven, daar gaat mijn volgende blog over (en dat kun je dus hier vinden: Vruchtwisseling, planning en verzorging in een kas.

Abonneer
Laat het weten als er
guest

46 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Liesbeth Bons

Prachtig op tijd, dit blog. Ik ben net van alles aan het lezen hierover, omdat ik dit jaar alles wat ik in 40 jaar heb geleerd los wil laten. Door de mooie foto s krijg ik er echt zin in.

Lies

Zoals altijd weer een boeiend log, Diana.
In m’n piepkleine tuintje (2m²) kan ik niet anders dan alles door mekaar, en ’t lukt. Er staan ook zo’n 80 potten, en die staan ook lukraak naast mekaar.
Lie(f)s.

Bert Vanhuyse

Prachtig weergegeven, ik probeer ook wat meer naar poly/permacultuur te gaan, al kijken ze soms raar op onze volkstuin. Ik laat zelfs éénjarige bloemen als een halve meter hoge haag te laten groeien.
In de natuur heeft de bodem ook nooit ‘rust’. Eén van de ‘No dig’-goeroes uit het VK, Charles Dowding, heeft trouwens enkele mooie video’s en boeken over ‘Garden Myths’. Hij gaat op zoek naar waarom er 200jaar geleden voor een teeltwijze is gekozen en waarom we dat niet meer moeten doen. Zeker eens bekijken, als je het nog niet kent natuurlijk 🙂

Ria

In dit blog lijkt het wel alsof je het over mij hebt. Ook ik had 35/40 jaar geleden strenge schema’s gemaakt, waar ik me aan moest houden. Soms lukte het niet helemaal en daar lag ik dan bij wijze van spreken wakker van. Later ging ik er meer over nadenken. Bijvoorbeeld: ik heb me niet aan het strenge schema kunnen houden en toch heb ik een goede oogst, zou het dan toch niet zo veel uitmaken ? In de loop der jaren werd ik steeds minder streng en nu, na mijn verhuizing (met een kleinere moestuin), doe ik het eigenlijk net zo als jij beschrijft.
Laten we het maar voortschrijdend inzicht noemen, met een grote portie gezond verstand.

Ik wens Ruud en jou hele fijne feestdagen en een gezond 2021, en een gezonde tuin.

Charly

Alleen even een berichtje om iedereen mooie dagen te wensen.
En alle goeds en gezondheid.

Esther

Wat een fijn verhaal weer, met zulke prachtige, vrolijk makende foto’s. Bedankt! Ik doe dit eigenlijk ook, ik kan niet anders met mijn mini-moestuintje maar zo te zien ben ik veeeel te voorzichtig met de vruchtwisseling. Ik maak er ieder jaar weer een enorme puzzel van (wat ik ook wel weer leuk vind), maar het kan dus makkelijker 🙂
Fijne dagen alvast samen en dan aftellen naar het moment dat de paprika’s, pepers en aubergines gezaaid mogen worden!

Mattie

Een prachtig blog Diana, zoals altijd! Heel erg bedankt (ik heb er lang naar uitgekeken naar deze post 🙂 )
Fijne kerst en een gelukkig en gezond nieuwjaar gewenst!

Mattie

Dag Diana,
Nog een klein extra vraagje. Ikzelf vind de vruchtwisseling in zijn 6 vakken vaak ook eerder een last dan een lust. Het vak van bijvoorbeeld de wortelgewassen spreekt me minder aan dan bv een vak van de peulvruchten, kolen of de prei, maar toch probeer ik wat op safe te spelen. Bovendien hou ik wel van wat structuur.

Als je de vruchtwisseling eigenlijk volgt, en groenten pas om de 6 jaar weer terug op hun plaats komen, dan stel ik mij de vraag of je wel altijd zo snel moet zijn met alles naar de composthoop te brengen? Ik vind het altijd zo jammer dat ik die mooie koolbladeren of afgesneden preibladeren niet op dat vak mag laten liggen. Het composteert daar vanzelf, en in het voorjaar wordt dat toch omgespit of omgeploegd of eender welke voorjaarsbewerking, samen met het inwerken van wat meststof. En aangezien pas na 6 jaar eenzelfde groente er terug opkomt, is er geen gevaar dit dit waardplanten zijn en die mogelijke virussen / parasieten / ….. die zullen toch wel verdwenen zijn of niet na die 6 jaar? Je geeft de grond immers al direct een deel terug van wat je er heb uitgehaald. Of ben ik mis? Toch beter afvoeren naar de composthoop?
Let op, ik heb het zeker niet over de steel+wortels van bv koolplanten hoor, die laat je denk ik beter niet op je vak liggen, maar bv pompoenplantrestanten, het blad van de witofwortel, koolbladeren, preibladeren,…. ?

Dankjewel,
Groetjes

Carine p

Dag Mattie,
Let wel op met bv preibladeren waar de preimineervlieg inzit, je kweekt ze dan. Ik brand aangetaste bladeren op, zodat die beestjes dood zijn. Andere bladeren mag allemaal, ook kool, tomaten etc, zolang er geen ziekten zijn. Sommigen duren langer om te verteren, maar ik verknip het allemaal fijn zodat alles sneller verteerd wordt.
Groetjes
Carine

Mattie

Dag Carine

Dankjewel voor het antwoord!
Groetjes
Mattie

Petra

Hoi Diana,
Wat een uitgebreid en duidelijk omschreven blog !
Ik wil jou, Ruud en alle andere tuinliefhebbers fijne feestdagen wensen en alle goeds, maar vooral een gezond 2021 !
Petra

Esther vR

Dag Diana,

Even een berichtje om jou – en natuurlijk ook Ruud – te bedanken voor het vele werk dat je weer hebt verzet dit jaar, we zijn je allemaal zeer dankbaar!

Hele fijne feestdagen toegewenst en een mooi en gezond 2021!

Hartelijke groet,
Esther vR

Gerdien

Heel herkenbaar Diana, dit is eigenlijk precies de ontwikkeling die ik zelf ook heb doorgemaakt. Afgelopen seizoen heb ik de vruchtwisseling echt helemaal losgelaten, en nog nooit zoveel oogst gehad! Vooral ook omdat er nu geen stukken tuin “braak” hoeven te liggen. Fijne kerst en een mooie start van het nieuwe tuinjaar gewenst! De pepers en paprika’s liggen bij ook alweer klaar om te zaaien 🙂
Groetjes
Gerdien

Christina

Hoi Diana, dank je wel voor je mooie uitleg , ik ga het ook eens anders doen. Fijne Feestdagen en een gezond 2021.

Sarah

Dag Diana,
Hartelijk bedankt voor het delen van je ervaringen!
Ook wij bereiden stilaan ons tuintje voor, voor een nieuw (moestuin)jaar.
Twee jaar geleden begonnen met een rij leifruit, daarna een lapje moestuin, sinds dit najaar ook een serre en binnenkort mooi met hout afgezette perceeltjes (allemaal bescheiden, want de tuin is eerder klein en er zijn ook nog de kinderen en een paar kipjes, maar toch 🙂 ).
Tuinieren is wat mij betreft ook een beetje durven. Jouw mooie foto’s en vele info hebben me over de streep getrokken.
Je post over polycultuur was opnieuw héél interessant. Maar als ‘groentje’ (in de zin van: moestuindummy 😉 ) biedt het vruchtwisselingsschema voorlopig nog meer houvast.
Fijne eindejaarsdagen gewenst!

Jeanine

Hallo Diana,
Heel erg bedankt voor informatie, een hele opluchting. Ik begon altijd heel precies met tekeningen van wat ik elk jaar in mn vakken kon telen. Maar dat precieze kon ik nooit volhouden. Ik vergat van alles en voelde me n chaoot. En nu hoeft dat allemaal niet meer! Heerlijk.
Aangezien ik het komend jaar een kas krijg kijk ik uit naar het blog dat je hierover gaat schrijven.
Vraagje: staat er in jouw zaaiagenda ook wat een bepaalde plant nodig heeft aan meststoffen? De één meer stikstof, de ander meer kali etc.
Fijn uiteinde!
Hartelijke groet, Jeanine

Dick Peerdeman

Een hele leuke blog en zeer lezenswaard.
Ik herken hierin mijn eigen worsteling en ontwikkeling.
Het grappige is dat ik tot de zelfde conclusie ben gekomen.
Ik heb alleen nog wat minder bloemen
deels apart dat is makkelijker voor het snijden.
2021 wordt weer een uitdaging!

Suzette

Dankje wel voor dit blog! Ik heb de vruchtwisseling intussen ook wat losgelaten om dezelfde redenen als jou.
Ben me intussen aan het verdiepen in de boeken van Yggdrasil, een tuinderij in België. Die werken met vakken met golfpatronen. Bijvoorbeeld drie golven met verschillende gewassen (spinazie/wortels/uitjes), door de golven ontstaan dan weer holtes waar je bijvoorbeeld sla kan planten of wat radijsjes.

Op naar een nieuw moestuin avontuur!

Emmy Hofstee

Bedankt Diana en Ruud

Elke keer geniet ik mateloos van jouw blog!! Bedankt daarvoor.
Zoveel herkenning in allerlei opzichten: ook wij houden ons niet strikt
aan de vruchtwisseling. Zo hebben wij onze bladgroenten door de hele
tuin verspreid. ’s Winters houden we de bodem bedekt. We spitten onze zware kleigrond niet waardoor het bodemleven intact blijft.
In het voorjaar brengen we lucht in de grond met onze smeedijzeren grelinette. Gekocht bij een smid in Frankrijk…. http://biobeche.net/ , een aanrader voor een ieder die niet meer wil spitten!!
Ten slotte: een heel mooi nieuw tuinjaar gewenst.

Cees

Dag allemaal,
Ik doe al jaren aan vruchtwisseling, maar wel volgens schema:
WVBKPA (niet APKBVW). Dus niet de aardappelen volgend jaar naar het peulenvak, maar juist andersom, de peulen naar het aardappelvak. Als je APKBVW gebruikt moet je dus van achter naar voren lezen om op een juiste manier vruchtwisseling te gebruiken. In het boek groente & fruit encyclopedie van Luc Dedeene & Guy de Kinder kun je dat nog eens goed terug lezen.

Groeten Cees.

Estella

Hoi Diana, ik volg je al wat jaartjes, en het is nu net of ik in deze laatste blog een mengeling van uitspraken zie van Frank Anrijs (Yggdrasil) en Tom (moestuinweetjes) beide uit België.. Ik dacht: Hé, die afkorting en tips heb ik eerder gelezen en gezien… wat leuk dat jij daar ook veel van opgestoken hebt…. Hele mooie boeken ook van Frank (alle boeken van hem trouwens) en ook de youtube filmpjes van Tom, heel inspirerend… Ik wens jullie een mooi nieuw en vooral groen nieuw jaar!

Elly

Hallo Diana,
Een reactie van jou op je blog “Tijd” heeft me (weer) op deze pagina gebracht en het spreekt me zeer aan. Ik ben zelf ook erg van de schema’s en vruchtwisseling maar ik zou het wel wat losser willen. Mijn grote vraag: hoe bepaal jij wat waar komt en hoe ga je dan te werk? Niet alle zaaisels zijn tegelijkertijd uitplantbaar bijv. Vul je een vak met verschillende soorten vol met de gewassen die je op dat moment hebt en ga je dan naar het volgende vak, of plant je bijv. kolen uit en zet je her en der een kool, die dan nog erg in zijn uppie staat, en vervolgens andere soorten. En maak je dan van te voren toch een plan? Ik zou het fijn vinden als je naast de mooie foto’s van een volle zomertuin ook eens wat foto’s zou kunnen laten zien van de fase van uitplanten in deze tijd april-mei, waarin de plantjes nog klein zijn met de nodige tussenruimtes. Ik ben heel benieuwd, en alvast bedankt.

Elly

Dank je wel voor je uitgebreide antwoord. Dat wordt nog wat voor een plan- en schemaliefhebber zoals ik! Ik ga het toch beetje bij beetje proberen…
groeten, Elly

Pearlsofpassion

Hey Diana,

Ik kwam deze blog nog eens tegen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik me al even afvroeg hoe jij dat in godsnaam deed met de vruchtwisselingen als ik las wat je dan weet na dit of dat zette. 🙂 Ik was al tot de conclusie gekomen dat je er niet zo nauw naar keek.
En ik kan je theorie volgen. Ik denk ook dat het klopt. Ik doe het alleen toch niet.
Ik wil nl veel kool zetten. En veel schermbloemigen. En dan ben ik toch bang dat ze elkaar te snel opvolgen bij random door elkaar zetten. Het klinkt wel leuk! Maar ik houdt het toch maar bij gewasrotatie.
Ik ga er wel creatief mee om. Zo deel ik in volgens familie. De schermbloemigen (venkel, wortel, peterselie, selder enz) allemaal bij elkaar. En de lookfamilie (uien,prei,knoflook) gaan daar ook bij. En de ganzenvoet (bieten, snijbiet, spinazie) en de composieten (sla ed) bij elkaar. De bemesting pas ik dan wel ter plekke aan. En ik geef er ook niet om als de bieten wat meer loof maken of de selder wat meer wortel.
Ik heb nu een schema van 8 bedden waarin 2x kool, 2x wortel (maar dus ook selderij en kervel ed) , 1x aardappel, 1x ‘blad’ (maar dat zijn de familie’s van de sla en van de bieten samen) en 1x aardbei en vruchtgewassen en 1x aardbei met peulen. 1 van de bedden ‘wortelgewassen’ krijgt de uien en prei erbij, het andere niet. Zo komt de lookfamilie maar 1 keer om de 8 jaar op dezelfde plaats. Ik heb begrepen dat dat toch wel een belangrijke is (minimum 6 jaar tussen) .
Er zit 4 jaar tussen de kolen, 4 jaar tussen de aardappels en de tomaten, enz…
De aardbeien blijven laag bij de grond en hinderen zo niet de tomaten, die toch al wijd uit elkaar moeten staan. Hetzelfde geldt voor de stokbonen. Deze geven wel veel schaduw, maar groeien pas hoog op als de aarbeien al uitgebloeid en uitgedragen zijn en die moeten van dat bed het volgende jaar toch weg dus maakt het niet uit als er een paar plantjes verdrukt worden. Ik heb elk jaar meer jonge aardbeiplantjes dan ik kan gebruiken.
Zo spaar ik plaats uit want de aarbeien staan eigenlijk ergens waar er anders bijna niets zou staan. En ze kunnen zo 2 jaar blijven staan. Ideaal.

Wat ik ook doe is voor en nateelt binnen dezelfde familie blijven. Dus de winterprei komt waar voorheen de uien stonden, resp zomer- en winterpenen ertussen. De rijen mogen wel omwisselen, maar ze blijven in hetzelfde bed. Het hele jaar.
Blaadjes die maar heel kort groeien, durf ik in nateelt wel zowat overal zetten, maar verder hou ik me er wel aan. Hier zijn ook niet vaak lege vakken…
Binnen het vak zet ik dan wel vaak dingen door elkaar. Bieten en andijvie vb. Veel te dicht op elkaar en dan jong tussenuit oogsten zodat de rest meer plaats krijgt. En zonnebloemen overal tussen, vooral als schaduw voor wie dat kan gebruiken. Of een klimmende komkommer of pompoen waar ik een plekje vind, tegen de draadafsluiting aan.
Dit jaar staan er zonnebloemen tussen de rijen uien met aan de voet wat kervel en daartussen nog wat pastinaken.

Nu ja, ik zie me ooit ook nog wel in jouw systeem verzeild raken hoor. Dat hoor je zo aankomen… 🙂
Voor nu houdt ik dit nog even aan, want ik moestuinier nog maar 5 jaar en ik heb nu eindelijk mijn moestuinplan op punt, vind ik. Ik ben uiteraard ook heel anders begonnen.

Groetjes
Valerie

Kevin Broekhuizen

Dankjewel voor je verwijzing naar deze post, dit maakt het weer helemaal helder voor mij, ik ga dan ook mijn eigen plan trekken en mij hier aan houden of zelf reageren wanneer iets niet werkt i.p.v. elke keer luisteren naat het kritiek van de oudere generatie, mijn manier van tuinieren lijken ze maar niks te vinden, maar als de oogst weer goed is dan zullen ook hun inzien dat er meerdere wegen naar rome leiden 😉

Carine p

Dag Kevin,
je moet inderdaad vooral je eigen ding volgen! Iedereen is op z’n eigen manier bezig en ik verzeker je, dit kan heel verschillend zijn. Het hangt van zoveel factoren af : de tijd die je in de tuin kunt steken, jouw passie hierin, hoe experimenteel je wil zijn, de grootte van de groententuin, welke middelen je ter beschikking hebt, het klimaat waarin je werkt enz enz. Alles kan, zo tof! Best dat je de 3de zin van jouw reactie dan ook relativeert. We kunnen heel veel leren van de oudere generatie!
veel succes gewenst met de tuin
groeten
carine

doortje

hi Diana,

nogal eens ben ik benieuwd wat jij ergens over schrijft. indrukwekkend hoeveel kennis en ervaring je hebt, en discipline om deze overzichtelijke website bij te houden. je hebt er duidelijk plezier in dat is vast het halve werk 🙂 lijkt me ook erg leuk om deze hobby met je lief te kunnen delen..

ik heb een opmerking: ik leerde ooit het rijtje APKBVW uit m’n hoofd. Jij haalt het ook aan.maar stelt dat de omgekeerde volgorde beter is. dat zou als ik het goed heb dan betekenen: na wortelgroente vruchtgroente, dan bladgroente, dan koolgewassen, dan peulgewassen en daarna aardappels. klopt dit? bij deze laatste volgorde zou je dan wortels verbouwen na aardappels. toch lees ik hier en daar dat dit geen goed idee is. (wortels na aardappels). verder ben ik wel benieuwd naar de logica van deze volgorde, want als ik het goed heb meegekregen hebben blad- en kool- en vruchtgewassen best wat voeding nodig. hoezo die dan allemaal na elkaar..? benieuwd naar je reactie

Tessa

Hi Doortje: “want als ik het goed heb meegekregen hebben blad- en kool- en vruchtgewassen best wat voeding nodig. hoezo die dan allemaal na elkaar..? ”
Het idee van vruchtwisseling is niet alleen plagen mijden maar ook de bodem wisselend belasten. Kool eet inderdaad gulzig dus daar plant je het jaar erna peulvruchten. Die lusten wel wat maar zeker niet te veel. Dik tevreden met de ‘restjes’ van de kool. Ik heb geleerd alleen die vakken met mestcompost te bemesten waar het komende jaar gulzige eters komen te staan. Om en om dus. De andere vakken krijgen alleen blad/snoeicompost met minder stikstof. Blad is een beetje een ‘gek’ vak. Daar zitten inderdaad ook een paar ‘enthousiaste’ eters tussen, maar die zijn niet te vergelijken met kool/vrucht of aardappel. En het gros is dik tevreden met de restjes van vorig jaar. Gewoon lokaal een beetje extra voeding in het seizoen geven waar t nodig is.

Danny

Een vraagje totaal naast de kwestie, in de marge van al dit schoons.
Hoe worden die groenteperceeltjes die jullie met meerdere gebruikers delen (als ik het goed begrepen heb) eigenlijk georganiseerd? Komt dit op initiatief van de lokale wijk of buurt? of gemeente initiatief?

Danny

Dank voor de retour en info, Diana.
Ik woon in Waals-Brabant, België… hier bestaat het georganiseerd concept van volkstuinen bij mijn weten niet… er zijn wel privé-initiatieven hier en daar maar niet iets wat regionaal of nationaal wordt gestuurd of aangemoedigd…
Gewoon fantastisch dat je voor een paar tientjes een oppervlakte van 100m² kunt bewerken … ik visualiseer vaak het feit dat elke gemeente in diverse wijken een terrein ter beschikking stelt om mensen toe te laten gezamelijk te tuinieren 🙂
Die regelgeving zou men voor één keer hier ook mogen importeren !

Moestuintruus

He, heerlijk, gewoon een patchwork van je tuin maken en kijken wat er gebeurt. Ik zat al te stressen met schema’s en opzoeken welke groente nu bij welke soort hoort, maar inderdaad, door af te kijken van de natuur en goed observeren en genieten komt het ook vast goed. Dank je voor een motiverende blog, ik heb er weer zin in!

Mariëtte Blaas

Ik ben erg gecharmeerd van de methode van Frank Anrijs, een Belg die al 25 jaar een tuinderij heeft en dat volgens eigen ontwikkelde methode ‘schijnbare chaos’ beplant. Met slingerende lijnen, en combinaties van groenten volgens bepaalde kenmerken (onder of boven de grond, geur, kleur). Met het idee dat een slechtziend insect misschien dan wel 1 kool tegen komt, maar de volgende mist, omdat hij wordt afgeleid door andere kleuren/geuren. Ben net geen 2 jaar bezig in kleine volkstuin, en dat ging best goed, en ga nu over naar een grote waar strak is vastgehouden aan de wisselteelt, dus ben nu aan het dubben of ik dat ook zal gaan doen, of toch liever alles lekker door elkaar. Want het staat ook zo leuk…
dank voor deze post, dat helpt mij weer verder! En sowieso je hele site is geweldig.

Tessa

Ook als je aan wisselteelt doet kan je leuke combinaties maken. Niks mis met wat leuke eenjarige bloemen tussen de kool 🙂 Mn sniisla, radijs en meiraapjes groeien steevast op tussen planten die wat meer tijd nodig hebben om groot te worden. Of het echt ‘nodig’ is om aan wisselteelt te doen hangt ook af van de grootte van je bedden.
Ik heb moestuinles gehad en onze juf maakt een keer de opmerking dat de lestuinen eigenlijk polycultuur was vanwege de kleine bedden (3 bij 1,2m). Daar raakten plagen ook al de weg in kwijt 😉 Ik heb een relatief kleine moestuin en zet vanalles door elkaar. Zeker als het jaar vorderd en er gaten vallen. Maar ik vind het wel handig om te sorteren op stikstof behoefte. Mn vruchtbed, bonenbed en koolbed zijn relatief ‘strict’. Ook omdat die laatste 2 wat meer kans lopen op vervelende ziektes (ik zet geen aardappel anders zou ik daar ook voorzichtiger mee zijn).
Het is goed om een syteem te hebben maar je mag best zelf bedenken wat handig is in jouw situatie en wat jij leuk vindt. Zolang er afwisseling is en er af en toe wat compost aan te pas komt zal er niet snel iets misgaan. Veel plezier!

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Naar de reacties