Tuinieren in Potten
Ik hoop op deze pagina (plus 3 subpagina’s) wat meer te vertellen over het tuinieren in potten (en bakken). Tuinieren is heel handig voor mensen zonder tuin; op bijvoorbeeld een balkon of klein terras of in een minivoortuintje kunnen vrolijke potten met mooie planten voor veel plezier zorgen, zowel in het verzorgen van de planten als in het genieten van vrolijke bloemen, desnoods vanuit huis.
Maar ook als je wel een tuin hebt kunnen goed geplaatste potten voor bijvoorbeeld aanvulling of afwisseling zorgen, of een subtropisch tintje aan je tuin geven, of wat je er dan ook mee wilt bereiken.
Moet ik het nog zeggen; ik hou van potten. En dat is wellicht een understatement, kun je eigenlijk ook verslaafd zijn aan potten? 🙂 . Ik heb er dan ook elk jaar teveel, ik heb daar ook eens een blog over geschreven: Tel even mee
Natuurlijk weet ik ook wel wat de nadelen van potten zijn, echt waar, ik heb ze allemaal al lang gevoeld en ervaren. Er zijn droge zomers geweest dat ik alle potten in onze tuin zwetend en met lange armen van het sjouwen met gieters waters heb vervloekt. En als de potten met Brugmansia´s en andere niet winterharde kuipplanten in de herfst naar zolder moeten worden gesjouwd noem ik dat ook niet het hoogtepunt van mijn liefde voor potten. Maar vreemd genoeg sjouw ik diezelfde potten vervolgens in april met veel liefde en voorzichtigheid weer naar beneden en naar buiten 🙂 . En waarom? Nou, hierom:
En hierom:
Er zijn verschillende redenen om planten in potten te telen. Ik heb Brugmansia’s in potten om geen enkele andere reden dan dat ze niet niet winterhard zijn en ik de potten dus in de winter naar binnen kan brengen. Ik heb kruiden in een pot in de voortuin bij elkaar, omdat ik wel kruiden op de volkstuin heb maar toch ook wat kruiden dicht bij de keuken wil, om snel te kunnen plukken en gebruiken. Ik heb een Salvia microphylla in een pot, simpelweg omdat ik dat zo mooi vind. Ik heb waterkers in een pot, omdat ik zo de juiste omstandigheden kan bieden (ze staat in de volle modder, kletsnat zoals waterkers graag staat.
Ik hoop hieronder wat handige tips te geven over wat handig is, of waar je rekening mee kunt houden, over voeding, potvorm, vocht, etc.. Zelf heb ik weinig groenten meer in pot, op wat pepers, tomaten en kruiden na, ik beschik al heel lang over een achtertuin, voortuin en ook nog een volkstuin, daar ben ik dan ook erg gelukkig mee. Maar ook ik heb mijn eerste planten op een (echt heel klein) balkonnetje op 2 hoog gehad. Gelukkig wel op het zuiden dus volop zon (maar dat betekent dan ook wel weer volop water geven 🙂
Bedenk dat planten van nature in grond groeien, je zult dus moeten proberen de natuurlijke standplaats van een plant zo goed mogelijk na te bootsen. Verdiep je in plantensoorten, willen ze zon of schaduw, willen ze rijke grond of juist zanderige grond, hebben ze veel voeding nodig of niet, willen ze droge grond of juist natte grond, worden het grote planten of blijven ze klein, maken ze weinig of veel wortels, en ook belangrijk; maken ze brede oppervlakkige wortels of bijvoorbeeld juist een diepe penwortel. Als je weet wat een plant eigenlijk graag wil, dan kun je daar je de pot, grond, voeding, vocht, standplaats, etc. op aanpassen.
Bedenk ook dat wat ik hier schrijf je zeker niet volledig moet volgen hoor, ik vertel graag hoe wij hier onze potplanten verzorgen, maar andere mensen in andere omstandigheden kunnen er een heel andere mening over hebben, volg vooral je eigen gevoel!
DE POT (OF BAK)
……of de bak, de trog, de hanging basket, etc., etc. Bedenk vooral goed wat je wilt; steen is het zwaarst (als je denkt veel met de potten te moeten sjouwen), plastic is het lichtst (maar dan misschien weer niet zo mooi, in ieder geval wat minder stevig), een redelijk lichte maar toch ook mooie tussenvorm is bijvoorbeeld zink. Zelf wilde ik vroeger (ja, ik ben geen 20 meer) alleen maar steen en terracotta. Maar na jaren sjouwen geef ik het eerlijk toe: ik ga tegenwoordig voor plastic. Maar ook in plastic zijn er nog veel verschillen (in kwaliteit en prijs).
Voor de volkstuin kan het me niet vrolijk en goedkoop en divers genoeg zijn; ik heb er van alles, van goedkope plastic potten tot oude zinken emmers die ik eens op de gemeentewerf vond, een paar stenen potten die we thuis niet meer wilden omdat ze te zwaar waren. Een kakofonie van vormen, kleuren en materialen in een drukke en volle tuin met veel verschillende soorten groenten, fruit en bloemen, ik vind het bij elkaar passen.
Voor thuis maak ik andere keuzes; daar staan vooral potten met kuipplanten. En in onze tuin met een topisch tintje wil ik dat de planten opvallen en niet de potten. Maar de potten moeten wel stevig zijn, en bij voorkeur handvaten hebben, zodat we ze toch met redelijk gemak naar zolder kunnen sjouwen. Om die reden heb ik niet eens gekozen voor potten maar voor bouwemmers, speciekuipen en dat soort dingen. Die zijn sterk, hebben handvaten, zijn vrij onopvallend zwart neutraal van vorm.
Uiteraard moet je wel zorgen voor afwateringsgaten onderin, maar dan kun je bij de bouwmarkt heel goede kwaliteit ‘potten’ kopen voor een goede prijs.
Maar voor hen die nog geen problemen ondervinden bij het sjouwen van potten: er zijn prachtige potten te koop, soms zelfs in series. Controleer ook dan voor alle zekerheid of er genoeg gaatjes in de bodem zitten voor de afwatering. En leg voor het planten vooral wat scherven onderin, of wat hydrokorrels, of stukjes steen, of wat piepschuim stukken; zo kan de grond de afwateringsgaten niet verstoppen en bevorder je de drainage.
Bij hanging baskets zul je juist wat plastic in de pot moeten maken waardoor het water onderin de basket niet gelijk wegloopt (hanging baskets hebben sowieso veel vaker water nodig dan de meeste potten).
En bij voorkeur met een onderschaal, daarin kan het overtollige water als een soort reservoir in blijven staan (handig want zo kan de plant altijd nog water terug halen wanneer ze droog wordt). Bovendien loopt je balkonvloer niet over van gronderig water na het gieten. Soms kun je potten kopen waar gelijk ook al een onderschaal in bijpassende kleur bij zit. Maar niet altijd, als er geen onderschaal bij je pot zit kun je ze los kopen, in de meeste tuincentra maar tegenwoordig ook bij de Action en zelfs bouwmarkten verkopen ze. En zelf hebben we op de volkstuin de allergoedkoopste onderschalen; zelf gemaakt van oude kapotte emmers; met een decoupeerzaag hebben we het bovenste gedeelte van de emmer weggezaagd, de bodem plus 10 centimeter van de zijwand is dus een onderbak geworden.
Welke potmaat je moet kiezen hangt uiteraard af van de plant, de groeikracht daarvan en hoeveel je er van in 1 pot hebt. Een grote stamtomaat heeft bijvoorbeeld een grotere (vooral brede) pot nodig dan een ministruiktomaat. Maar het is natuurlijk ook een optie om meerdere kleine planten in een grotere pot te zetten.
Algemene regels voor een potmaat zijn er dus niet echt, maar uiteindelijk gebruik je liever (bij twijfel) een maatje te groot dan een maatje te klein. Grotere potten staan steviger (vallen niet zo snel om, afhankelijk van de vorm). Ze bevatten meer grond en dus is er ook meer ruimte voor de wortels. En daardoor kan ze ook wat meer vocht vasthouden, en kun je misschien iets minder vaak een wat grotere gieter water geven. Klimplanten hebben altijd een grote pot nodig (om voldoende wortels te kunnen maken maar ook om te zorgen dat ze stevig staat (want ze vallen sneller om, topzwaar of door de wind).
Het is leuk om verschillende maten en vormen potten te hebben, je kunt er verschillende soorten (qua vorm en grootte) planten in telen, het is afwisselend, en je kunt kleinere potten voor of tussen de grotere potten zetten waardoor je ook wat hoogteverschil creëert).
Denk ook aan de plant; een plant die een lange penwortel maakt heeft een diepere pot nodig dan een plant die oppervlakkig wortelt, Een hanggeranium moet wel in pot waar ze dan ook echt overheen kan hangen, een rotsplant wil graag een ondiepe pot, met zanderige grond en liefst wat steentjes in de pot. Zorg bij klim- en slingerplanten dat je in de pot ook nog wat plaats hebt om bamboestokken of gaas te zetten waar de planten langs kunnen klimmen.
En dan is er nog de verhoogde bak waar ik iets over wil zeggen. Een verhoogde bak is natuurlijk geen pot. Maar een verhoogde bak is ook geen gewone volle grond. Ze hangt er een beetje tussenin en biedt misschien wel het beste van beiden. Hoewel……. er zijn planten die het allerbeste groeien in volle grond (denk aan fruitbomen, koolsoorten, hortensia’s, etc.). En er zijn planten die het het beste doen in potten (denk aan kuipplanten, mediterrane kruiden, etc.). En ik zie de verhoogde bak graag als een welkome tussenvorm. Je hebt er meer ruimte in dan in een pot. Maar je kunt de grondsoort meer naar je wens aanpassen dan de bestaande volle grond. Ze kan ook wel uitdrogen maar niet zo erg als de grond in een pot. Tegelijkertijd kan ze door regen goed nat worden, maar nooit zo kletsnat als onze kleigrond.
Je kunt de verhoogde bak vullen met de grond die je wilt; bijvoorbeeld compost, of zanderige grond, zelfs oude stalmest, etc. En daarom kun je er heel veel soorten planten in telen die je op die manier de ideale omstandigheden kunt bieden. En daarom lijkt ze een klein beetje op een heel erg grote pot die je alleen niet kunt verplaatsen bij vorst of slecht weer.
En tot slot; denk eens buiten de box, aan ‘buitengewone’ potten. Alles wat mogelijk is maar net anders is dan een ‘gewone’ pot is ook erg leuk. Houd natuurlijk rekening met de mogelijkheden die de ‘pot’ biedt, er moet wel grond in kunnen, er moet water in gegeven kunnen worden, er moet een afwatering in zitten (of in gemaakt worden).
Maar als je er over nadenkt zijn de mogelijkheden enorm groot. Denk eens aan ‘potten’ als bijvoorbeeld een oude pan, een vergiet, maar misschien ook een mand, een kistje, een kratje, zak, theepot, schoen, klomp, kastje, fietstas, schoenenzak, regenlaar sof wat dan ook. Een plant in een alternatieve pot kan een zeer originele blikvanger zijn. 2 voorbeelden:
En nog een voorbeeld:
Leuk hè?! Ook leuk is het om tussen de potten in wat spulletjes te zetten, denk daarbij aan tuinbenodigdheden als een gieter of wat potjes die toch niet gebruikt. Of een vaas die je kunt vullen met verse bloemen uit eigen tuin. Of leuke beelden, of wat je zelf dan ook maar leuk vindt.
DE GROND
Het meest bekend is potgrond, en dat is ook de meest bekende en meest gebruikte grond in potten. Bedenk dat er nog wel verschillende merken en dus ook kwaliteiten zijn in potgrond. Ik heb zo mijn eigen voorkeur en mengsel per soort plant. Voor kuipplanten meng ik bijvoorbeeld graag potgrond met kokospotgrond (die laatste is duurder maar losser van structuur terwijl ze gelijk wat meer vocht vasthoudt). Voor eenjarigen meng ik graag 5 delen potgrond met 1 deel brekerzand. Voor kruiden als salie en tijm meng ik 5 delen potgrond met 2 delen brekerzand, nog wat armer en zanderiger en dus minder vochtig voor deze mediterrane planten.
Zoek even op in welke grond de planten die je hebt gekocht of gezaaid van nature graag groeien en speel daar op in met de grond die je gebruikt.
Brekerzand is een grof soort zand, het wordt ook wel stratenmakerszand genoemd, het is te koop in elke bouwmarkt (25 liter kost nog geen 3 euro). Ik vind het zelf veel prettiger dan zandbakkenzand of cementzand. Hieronder even het verschil tussen cementzand en brekerzand:
Je ziet rechts het cementzand, heeft een zeer fijne korrel. Links is het brekerzand, meet gelig van kleur en heel afwisselend in de grootte van de korrels. Je kunt je voorstellen dat voor de luchtigheid van een potgrond het brekerzand meer nut heeft; de verschillende zandkorrels tot bijna ministeentjes zorgen voor een betere afwatering, breken de grond open en de grond kan zo dus niet (of in ieder geval minder makkelijk) dichtslaan.
Potgrond is eigenlijk niets anders dan een mengsel van turfmolm en compost en er zijn voedingsstoffen aan toegevoegd, voldoende voor zo’n 8 weken aan voeding. Potgrond is de laatste jaren een beetje in opspraak geraakt doordat voor onze ‘welvaartspotten’ elders in de wereld (en dat is dan vaak in Oost-Europa) duizenden jaren oude turflagen worden afgegraven. Sinds enige jaren zie je potgrond (nog steeds gemaakt van een deel compost en een deel turfmolm) dat wordt verrijkt (of misschien is verdund een beter woord) met een deel houtvezels. Dit houtafval wordt heel klein ‘gemalen’ en door de potgrond gemengd zodat er minder turfmolm kan worden gebruikt.
Naast gewone potgrond zie je vaak ook nog speciale potgrondsoorten (bijvoorbeeld met langwerkende meststoffen erin), of speciaal voor zuurminnende planten, of kokospotgrond, biologische potgrond, potgrond voor kruiden, etc.).
En je kunt natuurlijk ook je eigen potgrondmengsel maken/mengen (ik heb me nog nooit aan gewaagd en ga voor de veiligheid van kant-en-klare potgrond); meng daarvoor verschillende delen compost, turfmolm, wellicht wat grof zand, misschien wat vermiculiet of perliet, misschien wat meststoffen. Als je eigen mengsel wilt maken, bedenk dan dat compost niet heel veel voedingsstoffen bevat, en turmolm zo mogelijk nog minder; je zult dus al vrij snel na het planten voedingsstoffen moeten gaan toevoegen.
VOEDING:
Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: verdiep je in de wensen van de planten die je in pot wilt gaan houden. Voorbeelden: blauwe bessen houden van zure grond, Hosta’s houden van extra stikstof (dat zorgt voor goede bladgroei), de meeste Salvia’s houden van een zanderige vrije droge grond, bolgewassen houden van wat extra kalium, pepers houden helemaal niet van al teveel voeding, etc.. Elke plant heeft haar eigen specifieke behoeften.
In potgrond zit voor ongeveer 8 weken voeding. De eerste 8 weken hoef je dus nog niet over bijvoeden na te denken. Maar na 8 weken zul je dat bij de meeste planten wel moeten gaan doen. Welke meststoffen je dan gaat geven hangt af van de plant zelf en haar wensen, maar ook van je eigen budget en mogelijkheden. Elk tuincentrum heeft wel een goed assortiment voedingsstoffen maar welke moet je kiezen….
Op de achterkant van elke verpakking met meststoffen kun je lezen wat er in die meststof zit. En dan zijn de scheikundige afkortingen het belangrijkst, je ziet vaak de afkorting NPK met daarachter getallen:
- N = stikstof. Is belangrijk voor de groei van blad en stengels. Bladgroenten houden van wat extra stikstof, maar dus ook Hosta’s en andere planten die veel of groot blad maken
- P = fosfor. Is belangrijk voor de energievoorziening van een plant, het zorgt onder andere voor een goede wortelontwikkeling bij jonge planten. Eigenlijk houden alle planten in een jong stadium van fosfor, zeker planten die snel moeten groeien en/of bloeien (zoals eenjarigen maar bijvoorbeeld ook sla en andijvie).
- K = kalium. Is belangrijk voor de ontwikkeling van bollen en knollen, een goede vruchtzetting en een goede smaak en houdbaarheid van vruchten. Alles wat een bol of knol maakt (aardappelen, uien, knoflook, bietjes, Dahlia’s, Canna’s, etc.) maar ook fruitbomen en -struiken en tomaten, pepers en paprika’s houden van wat extra kalium
Lees voor meer informatie over de scheikundige elementen en wat ze doen vooral het hoofdstuk met de uitleg over NPK en voedingsstoffen: Bemesting
Er zijn organische meststoffen, biologische meststoffen en kunstmeststoffen, er zijn kort werkende en lang werkende meststoffen. En de laatste jaren groeit het aantal gespecialiseerde meststoffen flink; van druivenmest en tomatenmest tot meststoffen voor de siertuin en voor de moestuin, kleinfruitmest, rozenmest, coniferenmest, vloeibaar, in korrelvorm, in poedervorm, voor 1 week, voor 1 maand, voor 3 maanden. Ik kan me voorstellen dat je op een gegeven moment door de bomen het bos niet meer ziet 🙂 . Terwijl het niet moeilijk is want al deze meststoffen bestaan uit NPK in percentages, plus soms nog wat extra stoffen (zoals bijvoorbeeld sporenelementen, of bijvoorbeeld Mg = magnesium, speelt een rol bij de fotosynthese en zorgt o.a. voor mooi groen blad). Maar uiteindelijk is NPK het belangrijkste, in alle gespecialiseerde meststoffen komt het voor maar dan in andere percentages (en dus soms met toevoegingen).
Ik probeer de hoeveelheid verschillende meststoffen tot een minimum te beperken want voor je het weet heb je een voorraad van allemaal verschillende zakken en flessen gespecialiseerde meststoffen. Voor alles wat ik niet eet en in potten teel gebruik ik graag langwerkende meststoffen, die zijn wel prijzig maar hoef je dus maar 1 keer te geven, je hebt er verder geen omkijken meer naar, geen gedoe met elke week iets oplossen in water en dat dan weer vergeten en zo. Gemak dient de mens :-). Mijn favoriet is nog steeds de Terras en balkon voedingskorrels van Pokon (tot een paar jaar geleden heette het Osmocote). Wat mij betreft de beste resultaten in groei en bloei. Ik heb ook Plantgro en Miraclegrow geprobeerd en ook het eigen merk Lidl langwerkende voedingskorrels (leuk, want dat is goedkoop maar ik kwam er later achter dat de voeding niet 6 maanden werkzaam is maar 3 maanden, dus je moet het 2 keer in een tuinjaar geven en dan is de prijs alsnog ongeveer hetzelfde).
Nog een voordeel van langwerkende meststoffen: je kunt er nooit mee overbemesten (de voeding zit in bolletjes en die voeding wordt in kleine hoeveelheden over een lange periode vrij gegeven). En je hoeft dus niet bang te zijn dat je eens vergeet voeding te geven, etc.. Wat mij betreft het enige nadeel van deze voeding: het is (nog) niet in een biologische variant verkrijgbaar. De samenstelling van NPK 10-11-18 en 2Mg is ruim voldoende voor 95% van mijn planten in potten. Alleen de Brugmansia’s eten zoveel (bijna 2 meter grote planten, zeer rijke bloei van ruim 20 centimeter lange bloemen) dat ik ze naast de langwerkende voedingskorrels ook nog wekelijks een dosis NPK 20-20-20 geef.
En voor alles wat ik eet gebruik ik dus een andere meststof: meestal geef ik elke paar weken een handje Culterra of een biologische samengestelde mest die je kunt oplossen in water en elke 2 weken moet geven. De meeste groenten in pot hebben niet enorm veel voeding nodig (in ieder geval niet de hoeveelheid die onze bloeiende (kuip)planten nodig hebben. Kruiden als tijm en rozemarijn hebben maar heel weinig voedingsstoffen nodig, pepers en tomaten, etc. hebben wat meer nodig maar zeker niet wat ik de gemiddelde brugmansia geef 🙂
Houd je, welk product je ook koopt, vooral aan de aanwijzingen op de verpakking. Het is wellicht een open deur maar overbemesting (vooral de stikstofbemesting) kan een plant veel schade toebrengen (wortels kunnen verbranden waardoor ze geen voeding meer op kunnen nemen), of planten kunnen heel groot maar slap en ziekelijk worden, etc..
Naast alle meststoffen die je kunt kopen kun je ook nog denken aan het zelf maken van voeding. In bijvoorbeeld compost zitten ook voedingsstoffen, en in oude stalmest, en je kunt zelf plantenaftreksels maken die voedingsstoffen bevatten.
Wat je ook koopt, maakt en gebruikt: verdiep je in de planten die je wilt gaan oppotten, wacht 8 weken tot de voeding die in potgrond zit opgebruikt is en beslis dan welke meststof je wilt gebruiken.
Als je winterharde planten gebruikt hoef je die in de winter niet te bemesten (ze hoeven trouwens dan ook maar minimaal water te hebben, je laat ze dus rusten. Pas wanneer het voorjaar weer begint ga je die planten warmer zetten, lichter ook, en ga je meer water geven en dus ook weer voeding; zodat de planten na hun winterrust weer tot leven kunnen gaan komen. Stop met bemesten vanaf eind augustus, want de plant kan dan langzaam steeds minder voeding opnemen en zo langzaam de winterrust in gaan. Door te blijven mesten tot in de winter verzwakt planten, ze gaan dan met teveel voeding de winter in en dat gaat ten koste van de gezondheid en winterhardheid.
VOCHT
Over vocht kunnen we kort zijn; er valt genoeg regen in Nederland maar nooit genoeg voor planten in een pot. Potten zul je altijd water moeten geven, ook in een regenachtige tijd. En dat water geven kan met veel potten behoorlijk tijdrovend zijn (hoewel ik moet toegeven dat ik bij het water geven ook altijd gelijk dode bloemen verwijder, wat onkruid weghaal, lelijke bladeren wegknip, etc.).
Houd ook hier weer rekening met de wensen van de plant zelf; sommige planten staan graag vrij droog (denk aan rotsplanten en mediterrane kruiden als tijm en rozemarijn). En er zijn ook planten die bijna moerasachtig nat staan (zoals waterkers). Grote planten drinken meer dan kleine planten. En de meeste planten willen ruim voldoende water krijgen maar niet kletsnat en ook niet net vochtig.
Als je een paar potten hebt kost het niet zoveel moeite om elke 2 of 3 dagen even een gieter water te pakken, maar als je echt heel veel potten hebt, dan zijn er nog wel wat hulpmiddeltjes:
Je kunt een soort beregeningssysteem kopen waarbij je een buisje met gaatjes langs de potten legt en in elke pot met een houdertje vast maakt. Dat systeem maak je vast aan een kraan en zo kun je alles in 1 keer water geven. Er bestaan zelfs dure vormen van dit systeem waarbij je een timer in kunt stellen en de druppelsnelheid in kunt stellen. Als je handig bent kun je zelf iets zelf maken; van een flexibele buis die je op de potten legt en waarin je bij elke pot een gaatje maakt in de buis en zorgt dat dat gedeelte in de pot blijft zitten – een soort ‘gietdarm’ dus.
Maar gewoon een kraan vind ik ook al heel handig. Wij hebben een kraan in de voor- en in de achtertuin (nou ja, het zijn maar tuintjes hoor). In plaats van 15 gieters water sluit ik nu even de slang aan en geef ik wat makkelijker water. Het is wel een kliederboel, zowel de straat als de planten als ikzelf krijgen water 🙂
Op de volkstuin is dat anders; er is geen water (ja, regenwater en slootwater) en geen stroom. En dus moeten we daar wel water blijven geven via gieters. We hebben eens een benzine-pompje gekocht, en daar zijn we erg blij mee, maar dat gebruiken we alleen bij langdurige droogte. Verder sjouwen we toch wat af met gieters 🙂
Daarom zet ik ook graag onze potten een beetje bij elkaar, dat scheelt lopen met gieters water.
Bij potten die overvol staan met planten (en dat is lastig water geven want het grootste gedeelte van het water komt naast de pot terecht) kun je een ook soort watergeefsysteem maken; knip de bodem van een petfles, haal de dop eraf en steek de petfles met de schenkkant de grond in, de open onderkant steekt nu schuin naar boven. Je kunt dan daar water in geven; je verspilt geen water want het loopt niet over de rand van de pot. Ik heb eens deze handige dingetjes gekocht:
Ze worden water-spikes genoemd, je schroeft ze makkelijk op een leeg petflesjes, prikt ze in de grond en dan kun je gericht water dicht bij de wortels geven. Er is één nadeel; de punt die je in de grond prikt kan wel eens verstopt raken. Ik heb dat opgelost door een klein stukje van de punt af te zagen waardoor de opening iets groter is.
Nog iets wat ik eens heb geprobeerd:
En dit werkte best goed: zet een emmer tussen de potten in en knip bijvoorbeeld een oude handdoek in repen, door het ene uiteinde van de handdoek-reep in de pot met plant te steken en het andere uiteinde in de emmer met water te hangen zuigt de handdoek vanzelf het water op dat de plant nodig heeft. Dus je hoeft alleen maar te zorgen dat er altijd voldoende water in de emmer zit. Het nadeel hiervan is dat je bij meerdere potten dus soms ook meerder emmers moet gaan zetten want hoe langer de afstand, des te langer de handdoek-reep en dan lekt er meer water op de grond. Nog een nadeel; het is foeilelijk 🙂
STANDPLAATS
Uiteraard verdiep je je ook hier weer in de wensen van de plant; zon, halfschaduw, schaduw. Maar daarnaast zijn er nog andere factoren die hier mee te maken hebben. Bijvoorbeeld de wind. Vindt een plant het niet erg om wat wind te vangen? Vangt je balkon of tuin veel wind? Misschien moet je een beschutte plaats voor bepaalde soorten zoeken (of zelf beschutting creëren door bijvoorbeeld een windscherm te gebruiken, of een windscherm maken van planten (waarbij de gevoelige planten een beetje in de beschutting van hogere planten kunnen staan). Hoogteverschillen zorgen ook nog voor een afwisselend aanzien, en je kunt zo meer potten per vierkante meter kwijt.
Er zijn metalen of houten rekjes en trapjes te koop waar je planten dan ook trapsgewijs op kunt zetten. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon stoeptegels opstapelen en zo links en rechts voor verhogingen zorgen. Of gebruik eens een oud krukje of oude stoel of zo. Of hoge potten gebruiken. En plant eens een klimmer in een grote pot, zoals Lathyrus of Eccremocarpus of Asarina, of misschien wel zoiets als een stoksperzieboon of pronkboon. Er zijn veel mogelijkheden om voor afwisseling in hoogte te zorgen.
PLANNING
Wat wil je eigenlijk, bloemen, groenten, kruiden, fruit? Of misschien van alles wat. Je kunt in principe bijna alles wat je in een gewone tuin kunt doen ook op een balkon of in een pottentuin doen; alles op kleur bijvoorbeeld. Zelf vind ik zinken potten in combinatie met alleen maar witte bloemen en zuiver rode bloemen geweldig, het liefst met veel grijsgroen blad. Maar ook de combinatie van terracotta potten met bloemen in geel, oranje en rood (zomers). Maar misschien vind je een combinatie van mooie groenten en eetbare bloemen geweldig. Of wil je vooral rust en een pottentuin die zomer en/of winter vooral groen is (met bijvoorbeeld buxus, taxus, laurier, etc.). Of wil je uitbundig bloeiende eenjarige zomerbloemen, of heel veel kruiden om lekker in de keuken te gebruiken.
Je kunt je pottentuin inrichten zoals je zelf wilt, maar je kunt je potten zelf natuurlijk ook inrichten zoals je zelf wilt. Waarom niet meerder planten in wat grotere pot zetten. Zoals een klimmende Lathyrus, met daaromheen Lobelia’s of Petunia’s die mooi over de rand van de pot vallen. Je kunt naast vaste planten, kruiden en groenten ook eens wat anders proberen: siergras is erg mooi, blijft vaak ook in de winter nog lang mooi, maakt een zacht ruisend geluid in de wind.
En weer iets anders: bloembollen; natuurlijk de bekende zomerbloeiende Dahlia’s en Gladiolen, maar in een pot met een vaste plant is langs de rand wellicht nog plaats voor wat blauwe druifjes of narcissen; zo heb je kleur in het voorjaar, en als de voorjaarsbollen zijn uitgebloeid en zich terugtrekken, dan kan de andere plant in de pot volop gaan groeien en bloeien. Zo kun je bijna jaarrond combinaties maken.
En vergeet niet dat niets zo gemakkelijk is dan een pot leeg te maken en er iets anders voor in de plaats planten (bijna makkelijker dan in de volle grond). Als je eenjarige bloemen zijn uitgebloeid kun je misschien ondertussen sierkooltjes hebben gezaaid om ervoor in de plaats te planten, die geven dan tot ver in de winter nog kleur. Dat geldt ook voor de basilicum die het begeeft zodra het kouder wordt en die je vervangt door bijvoorbeeld peterselie die je dan nog tot in de winter kunt gebruiken. Viooltjes vind ik altijd erg leuk, ik koop of zaai ze in de herfst en dan bloeien ze op een klein pitje in de winter maar vanaf februari groeien ze sneller en bloeien ze volop tot ik ze in april/mei verwijder om plaats te maken voor de gezaaide eenjarigen.
Een planning is dus belangrijk, zeker bij groenten, kruiden en eenjarigen, en vooral wanneer je meer potten hebt die je dus zo optimaal mogelijk wilt gebruiken. Eigenlijk net zoals in een gewone moestuin – daar zaai je ook alvast winterandijvie wanneer je bedenkt dat de laatste stokbonen binnenkort geoogst worden en de planten eruit kunnen 🙂
Onderaan deze pagina vind je 3 links naar 3 andere pagina’s (over bloemen in pot, groenten, en fruit en kruiden, en daar vind je dan naast wat meer specifieke informatie ook wat lijstjes met soorten die geschikt zijn voor potten, en eventuele bijzonderheden.
VERZORGING / ONDERHOUD
Er zijn een aantal onderhoudswerkzaamheden die hetzelfde zijn als in een gewone tuin; denk daarbij aan snoeien, oogsten, uitgebloeide bloemen verwijderen, etc.. Maar er zijn ook een aantal werkzaamheden die bij het tuinieren in potten wat extra aandacht vragen:
De belangrijkste daarvan is natuurlijk het water geven en voeden. Omdat de wortels van potplanten afgesloten in een pot zitten zullen ze niet zelf op zoek kunnen gaan water en voedsel en dus is het erg belangrijk dat we daar zelf goed voor zorgen (voor beiden geldt; op tijd en voldoende, maar zonder overmaat). Ik heb hierboven ook al wat geschreven over voeding en vocht.
Verder is het nuttig om gewoon eens per week je potten even na te kijken: uitgebloeide bloemen verwijderen (zorgt voor langere bloei), dode/zieke bladeren afknippen (voorkomt schimmels en ziekten), controleer op plagen (luis, wantsen, etc.) en pas daar je verzorging op aan, verwijder het onkruid dat in de pot groeit, maak hogere soorten vast met bijvoorbeeld stokken, etc..
Gebruik vooral potten die aan de bovenkant breed zijn. Zeker vaste planten kunnen op een gegeven zo groot gegroeid zijn dat ze klem zitten in de pot en de bloei zwakker wordt. Je zult ze dan moeten delen om te zorgen dat ze weer gezond kunnen groeien en bloeien. Uit een pot met een taps toelopende vaasvorm kun je heel moeilijk planten halen, neem daar dus breed uitlopende potvormen voor (en de vaasvormige potten zijn bij uitstek geschikt voor eenjarigen want die hoef je niet te scheuren of te delen).
Ga bij het scheuren/delen van volwassen planten als volgt te werk; haal de kluit uit de pot, verdeel die in 2 of meer delen en pot ze dan opnieuw op, met verse potgrond, geef daarna gelijk ruim water en zet de pot even een paar dagen niet in de brandende zon (laat de plant even herstellen).
Bedenk dat planten in potten altijd wat minder winterhard zijn dan planten in de volle grond (o.a. omdat de wortels van planten in pot dicht tegen de potwand liggen en als de pot bevriest, bevriezen dus ook de wortels). Planten die in de volle grond redelijk winterhard zijn zullen minder winterhard zijn in een pot.
Het gaat ook vaak om de combinatie van vorst en vocht; als een wortelkluit kletsnat is van de regen, en het gaat vervolgens vriezen; dan kun je je voorstellen dat een plant het daar erg moeilijk mee heeft. Zeker planten die niet van veel vocht houden en ook matig winterhard zijn zoals bijvoorbeeld Salvia’s).
Gelukkig kun je met potten gemakkelijk schuiven; als het winter wordt kun je een pot wat gemakkelijker tegen het huis/gevel aan schuiven. Daardoor vangt de pot/plant wat warmte van het huis, en staat wat meer beschut tegen regen. Verder kun je een pot eventueel inpakken, met bijvoorbeeld folie, jute, wat stro ertussen, dan bevriest de pot (en de inhoud) veel minder snel. Op de plant in de pot kun je wat stro leggen, zo houd je de plant ook wat beschermd. Niet de bovenkant helemaal inpakken met plastic folie hoor want dat verstikt de plant!
Op de foto hierboven zie je de Salvia greggii Raspberry Purple in een donkerblauwe pot. Ze staat in de zomer voor de kas (mooi, want dat is altijd zo’n kale plek naast de deur). En handig want in november schuif ik haar zo het hoekje om de kas in om daar te overwinteren. Er gaat eventueel wat stro op en rond de pot, en ik geef geen water meer. Rond maart geef ik haar weer wat voeding, en wat vaker water, ik snoei haar terug en eind april schuif ik haar dan weer naar buiten (en daar bloeit ze dan weer vanaf eind mei tot november).
En stel dat het echt streng gaat vriezen….. het kost even kracht, maar dan kun je altijd de potten nog naar binnen halen voor de nacht.
Maak lege potten altijd goed schoon en zet ze in de winter niet in elkaar gestapeld, maar ondersteboven, dan kunnen ze niet volregenen en bevriezen en daardoor beschadigen, en ze waaien dan ook niet zo makkelijk om. Het is wellicht een open deur….. maar gebruik uiteraard ook potten die vorstbestendig zijn. Niet vorstbestendige potten (binnenpotten) kun je natuurlijk ook prima gebruiken maar dan voor eenjarige soorten, en bewaar die potten in de winter binnen. Pas wel op bij het gebruik van dat soort potten; die hebben vaak ook geen gaatjes in de bodem voor de ontwatering en die zul je er dan dus zelf in moeten maken.
Tot slot nog wat kleine tips:
- Gebruik altijd schone potten; in gebruikte potten kunnen resten van schimmels, etc. achterblijven. Maak ze dus na gebruik schoon, gewoon met wat heet water en een borstel
- Als je moeite hebt om elke keer al je potten weer water te geven kun je ook watergelkorrels of kleikorrels door de potgrond mengen, die nemen water op en houden het vast tot ze weer nodig zijn voor de planten. Watergelkorrels zijn wel heel handig voor hanging baskets want die drogen echt enorm snel uit.
- Je kunt zorgen dat de grond iets minder snel uitdroogt door een bovenlaag op de grond in de potten te maken, van bijvoorbeeld hydrokorrels of cacaodoppen. Het houdt tevens onkruid tegen
- Als je planten per ongeluk eens behoorlijk uitgedroogd zijn nemen ze weer heel moeilijk water op. Voeg aan het gietwater 2 of 3 druppels afwasmiddel toe; dat verlaagt de oppervlaktespanning en zo neemt de plant het water gemakkelijker en sneller op.
- Zet eens per 2 weken (in een warme zomer) de planten die dat lekker vinden (de ‘slokoppen’ als Brugmansia, Musa, Hosta’s – alles wat veel eet en drinkt) een uurtje in een speciekuip met water – ze kunnen zich dan eens helemaal goed volzuigen met water en kunnen er dan weer fris tegenaan. Dit werkt trouwens ook heel goed bij hanging baskets; regelmatig even in een grote pot met water hangen tot je aan de basket voelt dat ze heel zwaar is (van het water), dan kan ze zeker weer 24 tot 48 uur fris verder bloeien.
- Water geven in de avond is het beste. Als je ’s avonds even alles controleert en water geeft, dan weet je zeker dat het water dat je geeft volledig wordt benut (de planten kunnen dan in de nachtrust drinken, er verdampt weinig water in de hete zon, etc.).
- Sproei in een droge zomer ook zo af en toe het blad eens nat, met een plantenspuit, zeker als je een balkon met een dak hebt (door het balkon van de bovenburen). Het frist de planten op, frist de kleur van de bladeren op, spoelt wat vuil eraf, etc. Doe dit trouwens vooral niet bij planten die gevoelig zijn voor meeldauw of andere schimmels/ziekten waarbij vocht een gevaar is (zoals aubergines, tomaten, komkommers, meloenen, goudsbloemen, etc.).
- Struin vooral eens een rommelmarkt af of bezoek een kringloopwinkel; tuinieren in potten kan best prijzig zijn (omdat je altijd weer potgrond, voeding, etc. moet kopen). Je kunt op tweedehandsmarktjes vaak leuk geprijsde potten kopen, en misschien vind je er gelijk ook wel wat leuke accessoires (waarmee een tuin in een tijdschrift er altijd zo veel leuker uit ziet dan een hoekje in onze eigen tuin 🙂 ).
- Mocht je van een stijl houden waarbij je groene aanslag, mos, etc. juist mooi vindt op terracotta potten (ze lijken zo ‘oud’), een zure omgeving bevordert dat. Meng wat karnemelk of yoghurt met wat verse stalmest en smeer dat op de potten; het is geen lekker werkje maar het werkt heel goed, al binnen enkele weken verschijnen de eerste groenige vlekken en mosjes.
- En mulchlaag zorgt in de groente-, fruit- en bloementuin voor minder onkruid, het houdt vocht vast onder de mulchlaag, etc. En ze doet datzelfde in een pot. Mijn ervaring is dat onkruid in een pot vaak behoorlijk vast zit waardoor je het kapot trekt en de wortels achterblijven waardoor je hetzelfde werkje een week later weer kunt doen. Dus een laagje op je grond in de potten is nuttig. Die laag kan uit van alles bestaan: houtsnippers, cacaodoppen, hydrokorrels maar ook kiezels in een leuke bijpassende kleur, grind, of stukjes leisteen, schelpen, etc..
- Schuif met je potten; haal de potten waar op dat moment de mooiste planten in staan naar voren en schuif de uitgebloeide soorten een beetje naar achteren. Verander eens wat van opstelling voor een nieuwe frisse kijk, zorg dat geurende soorten tijdens de bloei zo dicht mogelijk bij het terras staan, etc. Het leuke van een pottentuin is dat het een mobiele tuin is waarbij je altijd je mooiste planten van dat moment het dichtst bij je hebt.
- Je kunt natuurlijk van alles zelf zaaien, zorg daarbij voor een goede planning. Maar mocht je toch ineens wat minder bloei op je balkon hebben kun je altijd overwegen wat goedkope perkplanten aan te schaffen om even snel weer kleur in je pottengroep aan te brengen.
En tot slot…… doe eens gek 🙂 Verzin eens iets bijzonders, iets dat opvalt of gewoon leuk of apart is.
Mijn gekste pot? Deze 🙂 :
De gekste ‘pot’ die ik ooit in de tuin heb gehad was een oude afgedankte roeiboot….. Gaten in de bodem gemaakt voor de afwatering, volgestort met grond en kleikorrels (om het vocht een beetje beter vast te houden). Er staan wat grijsbladige planten in als Helichrysum, Lavendel, maar ook wat eenjarige bloeiers en een kruiprozemarijn. De foto is lang geleden gemaakt, in het voorjaar van 2003 (lang, lang voor ik een website had), dus helaas bloeide er nog niets en had ik alleen een oud fototoestelletje. Als ik de boot nu nog zou hebben (en dat is dus niet zo, want ze nam belachelijk veel ruimte in beslag), dan zou ik het wel weten; ik zou de boot nu vol planten met uitbundig bloeiende eenjarigen, wat grasjes voor de afwisseling en de herfst, misschien een Tropaeolum om bevallig over de rand te laten vallen en kruipen, felle kleuren……. ik stop want ik krijg bijna heimwee 🙂
Het hoeft natuurlijk niet zo grotesk te zijn als onze roeiboot, maar neem eens een oude klomp als hangpotje voor een geranium, een rare pot die je bij de kringloopwinkel vindt, zet een spiegel neer (dat geeft gelijk ook meer diepgang en meer ruimte in een kleine tuin of balkon), leg eens wat oogst als decoratie neer bij de potten. En zo zijn er nog tientallen leuke dingen te verzinnen die je pottenopstelling nog interessanter en leuker kunnen maken.
Ik hoop hierboven wat algemene tips met betrekking tot het tuinieren in potten te hebben gegeven. Via onderstaande links kun je op de pagina’s komen die in het speciaal gaan over bloemen, groenten, fruit en kruiden in potten en bakken, met informatie over welke soorten geschikt zijn en eventuele bijzonderheden.
Groenten in potten
Bloemen in potten
Fruit en kruiden in potten
En tot slot dan nog een wat oudere foto van wat planten in potten. Er is dus van alles mogelijk, van Franse Geraniums tot waterkers in een pot met een waterbak eronder, Fuchsia’s, eenjarigen, potten, gieters, emmers, plastic, steen, zink, bloeiende planten, kruiden, etc..
Door de verhogingen (een tafel en daarvoor een houten bank) kunnen we op een kleine hoeveelheid vierkante meters zoveel mogelijk potten kwijt, en door die ‘verdiepingen’ ziet het er vol en vrolijk uit (vind ik dan)!