CGN 21500
- Species: Capsicum chinense
- Kleur: Lila - Abrikoos
- Teeltduur: Middelvroeg
- Opbrengst: Goed
- Heetheid: Zeer heet
Een vreemde naam voor een peper; CGN is het nummer waaronder deze peper in de database bij de genenbank in Wageningen staat vermeld (er zijn ook pepers waarbij de naam met CAP begint, dat is een Duitse database, PI is een Amerikaanse database, etc.). Waarom zo’n peper niet op een gegeven moment een ‘normale’ naam krijgt is me niet helemaal duidelijk. Er zijn dus meer peperrassen die beginnen met CGN.
Afijn, deze CGN 21500 heb ik een aantal jaar geleden ook al eens geteld, toen was ik ook heel blij met haar, maar na een paar jaar zonder deze peper kiemden de zaden niet meer. Afgelopen winter vond ik er weer zaden van en die heb ik gelijk gekocht en gezaaid; blij dat ik haar weer had gevonden! De foto waarop je 2 rijtjes met 4 pepers ziet heb ik even in mijn ‘archief’ opgezocht en is uit 2011.
Want ze is een mooi pepertje! De kleur heeft iets van abrikoos en zalmroze met een vleugje paars, onrijp zijn de pepers groen met wat crèmewit en paars. De pepertjes zijn ongeveer 2 centimeter groot. Het blad en de stengels zijn in jong stadium paar met wat donkergroen, in de loop van de zomer wordt het blad steeds meer donkergroen, al blijven de bladeren en vooral stelen wel een wat paarse waas houden.
Ze is zeker niet te laat, ze blijft een chinense en dat is nooit een vroege peper zoals een annuum dat soms wel kan zijn, maar ik kon in de tweede week van augustus de eerste rijpe pepers oogsten. Met wat ervaring (en uiteraard vroeg genoeg zaaien) zou ze een mooie peper in pot op een warm en zonnig terras kunnen zijn, maar zie voor meer informatie over de teelt van pepers in kas maar ook in de buitenteelt vooral hier).
De planten werden hier zo’n 70 centimeter hoog en, zoals ik ze altijd met 3 in een kluitje bij elkaar zet, wel 80 centimeter breed. De opbrengst is prima.
Tot slot dan nog even over de smaak: ze is heel heet en heeft een kruidig aroma, enigszins vergelijkbaar met een scotch bonnet.
