Gelei van appel en cider

Ingredienten

  • 700 gram appels (schoon gewicht)
  • 1 fles = 7,5 deciliter cider (= mousserende appelwijn)
  • het sap van een halve citroen
  • 500 gram kristalsuiker per 500 cc sap (zie recept)

Details

(2 beoordelingen)

Bron: Larousse Confituren (ISBN 978-90-7319-155-6)
Voorbereiding: 45 minuten
Kooktijd: 15 minuten
Totale tijd: 60 minuten
Soort keuken: Frans

voor 3 potjes van 250 cc

Allereerst: dit recept is ook zeer geschikt voor ‘valappels’, zoals je op de foto ziet hebben de meeste appels wel wat plekjes die je simpelweg wegsnijdt.

Wat een heerlijke gelei met een volle appelsmaak! Ik heb het recept nauwgezet gevolgd en dan is het wel echt heel zoet, maar tegelijkertijd ook heel lekker. Ik kan me voorstellen dat iemand het minder zoet wil maken, dan kun je de hoeveelheid suiker naar believen aanpassen maar bedenk dan wel dat dit gevolgen heeft voor het geleren (je zult dan langer moeten inkoken voor het de juiste dikte heeft en dan is het suikergehalte dus ook gewoon weer hoog). Een andere optie is om kant-en-klare geleisuiker speciaal (voor halvajam) te gebruiken, je kunt dan de suiker halveren maar voeg dan wel pas op het allerlaatste moment het citroensap toe want dat heft voor een deel de gelerende werking van geleisuiker speciaal op. In het boek van Larousse, waar dit recept uitkomt, wordt nooit geleisuiker gebruikt.

Ik had trouwens niet genoeg suiker in huis. Dom, maar er was geen tijd meer om nog naar de winkel te gaan. Ik heb van de hoeveelheid suiker die ik toe moest voegen uit nood 50 gram vanillesuiker gebruikt (en dan geen vanillesuiker uit zakjes maar de suiker die ik altijd op voorraad heb en waar ik lege vanillepeultjes in leg (het merg had ik nodig voor andere recepten, zo maak je je eigen natuurlijk vanillesuiker). Ik vond dat vleugje vanillesmaak in de gelei erg lekker.

 Als je de appelgelei ruikt droom je al van een luxe ontbijt met croissants of brioche brood 🙂 . Maar ook lekker bij yoghurt, kwark of ijs, of op een cracker, etc. of om er een appeltaart mee te bestrijken voor een mooie glans en lekkere smaak (zoals je dat normaal gesproken met abrikozenjam doet). 

Instructies

Stap 1: Voorbereiden

Was de appels, verwijder kroontjes en slechte stukken maar laat schil en klokhuis gewoon zitten (die bevatten de hoogste concentraties pectine en dat helpt bij geleren). Snijd de appels in stukken en weeg dan 700 gram af. Doe de appelstukken in de pan en giet de fles cider erbij. Zet de pan op het vuur, breng aan de kook en laat ongeveer 20 minuten koken, tot de appels gaar en zacht zijn. Zet het vuur uit en laat iets afkoelen.

Stap 2: Zeven

Giet het mengsel nu in een zeef waar je bijvoorbeeld een neteldoek of theedoek in hebt gelegd. Laat de pulp in ongeveer 12 uur uitlekken. Je mag niet in de doek knijpen of in de pulp roeren, dat zorgt voor een troebele gelei. Dat is trouwens ook niet erg maar een heldere gelei is wel mooier. Ik heb er een handig hulpmiddel voor, zie foto (ook handig voor bijvoorbeeld hangop :-) ). Maar een zeef of vergiet met theedoek gaat ook prima. Het sap op de foto is roder dan normaal omdat ik ook een aantal roodvlezige appeltjes heb gebruikt, bedenk dat roodschillige appels een roze gelei geven en gele appels een crèmegele gelei.

Stap 3: Koken

Weeg het sap af en doe dat in een pan. Weeg eenzelfde hoeveelheid suiker af als het gewicht van het sap en voeg dat toe aan het sap. Breng dit al roerend aan de kook. Schuim zo nodig af. Voeg het citroensap toe. Laat nu 10 tot 15 minuten op hoog vuur koken tot het stollingspunt is bereikt. Controleer de dikte door een lepeltje gelei op het koude schoteltje te scheppen en dat enkele minuten in de vriezer te zetten. Als je een thermometer gebruikt kook je de gelei tot 105 graden. Zet het vuur laag wanneer de gelei klaar is.

Stap 4: Inmaken

Ondertussen heb je de potjes schoon kunnen maken (met soda en kokendheet water, spoel na met kokend water en laat dat hete water in de potjes en deksels staan tot de gelei klaar is. Haal dan de pan met de gelei van het vuur, giet de potjes en deksels leeg, vul de nog kokendhete potjes zo snel mogelijk met de kokendhete gelei (tot 1 centimeter onder de rand), sluit af en zet ondersteboven tot de gelei is afgekoeld. Zet de potjes dan overeind en controleer nog even of ze vacuüm zijn. Potjes die vacuüm zijn kun je zeker 1 jaar bewaren. Een potje dat niet vacuüm en potjes die je open hebt gemaakt bewaar je in de koelkast en maak je binnen enkele weken op. Gebruik (omdat er geen andere conserveringsmiddelen dan suiker in zit) altijd een schoon lepeltje wanneer je een schepje gelei wilt nemen.

Beoordeel dit recept

Bedankt voor uw beoordeling, deze is goed verwerkt.

Meld je aan voor de nieuwsbrief