Chutney van onrijpe (groene) tomaten
Details
(42 beoordelingen)
Erg handig recept voor alle laatste tomaten van het seizoen. Maar lees ook even de informatie onderaan deze pagina bij het sterretje.
Voor 5 potten van 0,5 liter
Ingrediënten:
- 450 gram moesappelen
- 2 kilogram groene en rode tomaten (de laatste oogst)
- 450 gram uien
- 2 tenen knoflook
- 1 eetlepel zout
- 6 deciliter ciderazijn
- 450 gram suiker
- 1 theelepel kerriepoeder
- 1/2 theelepel komijnpoeder
- 1 gebonden pakketje van 1 takje tijm / 1 takje rozemarijn / 2 takjes peterselie
Recept:
Schil de appels, verwijder klokhuizen en snijd het vruchtvlees in blokjes. Maak de uien schoon en snipper deze. Was de tomaten, verwijder kroontjes en snijd ze in blokjes. Je kunt de tomaten ook eerst ontvellen maar het is niet nodig – naar wens dus. Pel de knoflook en pers ze uit. Doe appels, uien, tomaten, knoflook en zout in een pan. Giet de helft van de azijn erbij en breng het aan de kook. Laat een uur zachtjes koken, regelmatig roeren, tot de chutney dik van consistentie is. Doe de kruiden erbij, het zakje bouquet en de rest van de azijn en de suiker. Laat dit nog zeker 1,5 uur zachtjes koken, roer regelmatig, tot een dikke gebonden saus.
Verwijder het bundeltje kruiden. Schep de nog hete chutney in met kokend water gesteriliseerde potten.
Zet minimaal 1 maand weg voor gebruik. 18 maanden houdbaar.
∗ Onrijpe tomaten zijn licht giftig: ze bevatten solanine en tomatine. Vroeger werd er gezegd dat deze lichtgiftige stoffen door het koken onschadelijk werd gemaakt. Ondertussen geven websites zoals die van het voedingscentrum aan dat bewezen is dat dat niet het geval is en de lichtgiftige stoffen dus ook na verhitting nog aanwezig zijn (zij het wel in een lagere dosis). Of je groene onrijpe tomaten wilt eten zul je zelf moeten bepalen. In ieder geval is het verstandig om er niet teveel van te eten (en dat doe je bij een jam of chutney niet, lijkt mij). Solanine komt overigens ook voor in aubergines en in aardappelen, kijk voor meer informatie over Solanine op deze pagina: Wikipedia