Het hele jaar door sla
Ik schreef dit blog als één van de laatste voor de website van Pokon maar het is daar door omstandigheden niet meer geplaatst. Ik schreef voor de website van Pokon altijd iets algemener dan op mijn eigen website maar ik vind het zonde om het blog weg te gooien. Vandaar dat ik het hieronder plaats.
Er bestaan heel veel soorten sla. Niet alle soorten zijn ook echt sla (waarvan de Latijnse naam Lactuca sativa is), maar je eet ze wel allemaal als sla. Gelukkig kun je met wat planning bijna het hele jaar door verse sla uit eigen tuin oogsten/eten.
Er zijn flinke verschillen, zowel in bijvoorbeeld formaat maar ook in smaak, teeltduur, kleur, oogsttijd, textuur, etc. Hieronder vind je een opsomming van slasoorten die soms wel maar dus niet altijd ook echt sla zijn, maar wel als zodanig worden gegeten:
Bindsla en Romeinse sla (Lactuca sativa var. romana)
Maakt grotere of kleinere kroppen met langwerpige bladeren die in het hart altijd samengepakt zijn. Dat maakt de buitenbladeren donkerder, en het binnenblad juist licht van kleur (door het gebrek aan licht). Ze kan heel zacht van structuur zijn of juist heel fris en knapperig. Ze heet bindsla omdat je de bladeren tijdens de groei kunt samenbinden zodat ze extra lichtgekleurd en mals wordt. Ze is vooral geschikt voor de teelt in lente, zomer en vroege herfst, al zijn er ook wat rassen die goed tegen kou kunnen.
Eikenbladsla (Lactuca sativa)
Deze sla is nauw verwant aan kropsla. Ze maakt geen krop maar meer losse bladeren. En elke blaadje is diep ingesneden (dat verklaart ook gelijk de naam). De blaadjes zijn zacht van smaak maar hebben niet dat ‘boterige’ van kropsla. Deze sla is er in geelgroen, groen, rood en gespikkeld. Ze is vooral geschikt voor de teelt in lente, zomer en vroege herfst.
Friséesla (Cichorium endivia)
Ook al wordt dit sla genoemd, ze is het niet, in de moestuin noemen we dit krulandijvie. Ze is vooral geschikt voor de teelt van de lente tot de herfst, krulandijvie kan minder goed tegen kou dan de breedbladige andijvie (zoals het ras Breedblad Volhart). De smaak lijkt dus ook niet op die van sla, die is meer fris, groen, knapperig en licht bitter. Je kunt de blaadjes van de krop bijeenbinden voor een bijna gele kleur en een extra frisse smaak.
IJsbergsla (Lactuca sativa)
Eigenlijk heet dit IJssla (IJsberg slaat op het bekendste ras IJssla dat dus ‘Iceberg’ heet). Dit is niet de makkelijkste sla om te telen, het vormen van een mooie volle en gesloten krop kan in de hobbyteelt nog wel eens lastig zijn. Deze bekende sla is extra knapperig. Ze kan minder goed tegen kou en wordt vooral van de late lente tot late zomer gezaaid.
Kropsla (Lactuca sativa)
De meest bekende sla (met het grootste aanbod in rassen). De meeste rassen maken een bol op elkaar gepakte bladeren in het hart van de plant (met een extra zachte, bijna boterige textuur) maar er zijn ook rassen die meer losse bladeren in een rozet geven. Er zijn rassen die meer geschikt zijn voor het voorjaar en de zomer (denk aan het ras Meikoningin) maar ook rassen die heel goed tegen kou kunnen (zoals het ras Arctic King) en in de vroege herfst kunnen worden gezaaid en (al dan niet onder glas) tot ver in de winter kunnen worden geoogst.
Krulsla (Lactuca sativa)
Twee heel bekende rassen binnen deze groep zijn de groene Lollo Bionda en de rode Lollo Rossa maar er zijn meer rassen met allemaal losse krullerige blaadjes in de ‘krop’. De smaak is fris en door de vorm en kleur van de blaadjes is ze niet alleen lekker maar ook erg mooi. Ook deze sla teel je weer vooral in lente, zomer en vroege herfst.
Molsla (Taraxacum officinale)
Ze heet sla maar eigenlijk is ze zeer nauw verwant aan de paardenbloem zoals je die in de berm tegenkomt. Je zaait deze sla in het voorjaar en laat de planten tot in de herfst doorgroeien. Dan knip je het blad weg (dat is eetbaar maar behoorlijk bitter) en je dekt de planten af zodat ze volledig donker staan. En dan kun je, afhankelijk van de temperatuur, uiteindelijk witgele knapperige en iets bittere blaadjes oogsten. De teelt lijkt dus wel enigszins op die van witlof. De planten kunnen veel kou verdragen en je zaait ze dus in de lente maar oogst pas in de late herfst/winter/vroege voorjaar.
Pluksla (Lactuca sativa)
Deze sla zaai je vrij dicht op elkaar in een rijtje. De planten maken langwerpige bladeren die zacht van smaak en textuur zijn. Je oogst dus afzonderlijke blaadjes en de planten blijven doorgroeien. Pluksla is heel goed bestand tegen kou, je kunt haar van lente tot herfst buiten zaaien maar haar in de herfst en in de late winter ook onder glas zaaien. De oogst is heel groot omdat je letterlijk maandenlang telkens weer nieuwe bladeren kunt oogsten. Er zijn 2 rassen: Australische gele (met geelgroen blad) en Amerikaanse roodrand (met groen blad dat een zweem van rood heeft).
Raketsla (Eruca sativa)
Raketsla is een andere woord voor rucola, en dus geen familie van sla maar van kool (en radijs en tuinkers). Dat verklaart de lekker pittige smaak. Rucola kan goed tegen kou, in de zomermaanden schiet ze vaak al snel door. Van rucola die je in de vroege lente en herfst zaait kun je over een lange periode telkens weer nieuwe blaadjes oogsten.
Snijsla (Lactuca sativa)
Net als bij pluksla zaai je deze slazaden dicht op elkaar in een rijtje. De plantjes maken kleine ovale bladeren die zacht van smaak en textuur zijn. Na de oogst groeien de plantjes nog wat door en kun je er vaak nog een tweede keer van oogsten (maar dus niet zo veel en lang als bij pluksla). Ze is heel goed bestand tegen kou, je kunt haar bijna jaarrond zaaien (in de wintermaanden bij voorkeur onder glas, al zullen de zaden bij zaaien in de koudste maanden niet kiemen maar wachten tot de grondtemperatuur weer stijgt). Wij zaaien haar in september in de koude kas en kunnen er dan in de wintermaanden van oogsten.
Stengelsla (Lactuca sativa var. asparagina)
Dit is een bijzondere slasoort. Je zaait haar in de lente, je kunt er vervolgens de hele zomer langwerpige lichtgroene bladeren van oogsten, terwijl de stam doorgroeit. Uiteindelijk houd je in de nazomer/herfst een stam over met bovenop een toef bladeren. Ook die bladeren kun je nog als sla eten. De stam kun je schillen en dan het frisse en sappige binnenste stoven en eten.
Veldsla (Valerianella locusta)
Veldsla is geen sla maar familie van valeriaan. Ze kan heel goed tegen kou en wordt daarom vooral in de herfst, winter en het vroege voorjaar gezaaid. Je zaait de zaden dicht op elkaar in rijtjes en oogst de groene ‘roosjes’. Soms kun je nog een tweede keer oogsten. De smaak is heel fris, zacht en mals. Ondertussen zijn er ook wat rassen die minder snel doorschieten en ook in warmere maanden kunnen worden gezaaid.
Er is dus genoeg keuze, voor bijna elk seizoen is er wel een geschikte sla te vinden. En wat ik zelf ook heel leuk vind: meng ook eens wat zaden van verschillende rassen door elkaar, het is heerlijk om verschillende kleuren, vormen, smaken en texturen bij elkaar in een zaaibakje, in de tuin en op je bord te zien en te proeven!
Dag Diana,
Het is niet op zijn juiste plaats, maar ik wilde even meedelen dat de elixir van salie overheerlijk is. Ik ga onmiddelijk een tweede pot opzetten! Ik heb de hoeveelheden een beetje veranderd, gezien ik niet graag te zoet eet en zelfs die hoeveelheid vind ik al zoet genoeg. Ik heb 120 gr salie opgelegd in 1,5 l eau de vie. Na 1 maand heb ik 100 cl water opgekookt met 200 gr rietsuiker. Bedankt voor dit ideetje. Nu staan bij mij de mispels te trekken in de eau d3 vie.
Groetjes Carine
Hallo Carine,
Er kan nu eenmaal niet worden gereageerd op receptenpagina´s dus dan is een blog prima voor dit soort reacties of vragen over (inmaak)recepten. Ik schrik altijd als ik op receptenwebsites kijk, tientallen vragen, of het ook met margarine kan in plaats van boter, een baksel dat is mislukt en waarom, een taart die is ingestort, of er ook volkorenmeel in plaats van gewone meel gebruikt kan worden, etc., etc. Daarom zet ik op die receptenpagina´s de reacties uit.
Leuk om te horen dat de salielikeur een succes is! Hier ook! Ik vind de hoeveelheid suiker in de likeur zelf lekker maar ik hou dan ook van bijvoorbeeld erg van Grand Marnier en Drambuie en die zijn ook heel zoet. Maar ik vind de ketchup zoals ik die afgelopen jaar maakte heerlijk maar die ga ik komend jaar wel ook met de helft minder suiker maken. Soms is het eerst maar uitproberen en het recept later bijschaven naar eigen smaak.
groetjes en succes met mispellikeur, klinkt ook lekker!!
Diana
ben ook al begonnen om wat minder suiker te gebruiken, voind
Hallo Ruud en Diana en Ria,
In reactie op het salielikeurtje, wil ik 1 ding even opmerken.
Ik heb het ook gemaakt, vind het heerlijk maar ben er achter gekomen dat het voor mensen met “epilepsie “ niet goed is om te drinken, het kan een aanval opwekken. Dus ik gebruik het maar niet.
Ik dacht ik vermeld het toch even, ook omdat het hier ter sprake kwam.
Hartelijke groet, Margriet .M
Hallo Margriet,
Dankjewel voor je reactie. Ik denk dat (teveel) alcohol sowieso niet heel goed is voor mensen met epilepsie. Ik heb geen verstand van pathologie of homeopathie maar salie schijnt veel gebruikt te worden en heeft heel goede eigenschappen. Maar teveel salie (of een normale hoeveelheid bij bepaalde groepen mensen) kan ook nadelige gevolgen hebben. Ik heb even gegoogeld en vond deze informatie op de zeer informatieve van Anne Tanne
`Salie heeft een duidelijke medicinale waarde, maar als het gaat om de etherische olie ervan is enige voorzichtigheid gewenst:
Het bevat een groot gehalte aan thujon, dat epileptische aanvallen kan uitlokken of, in hogere dosering, zo giftig is voor het centraal zenuwstelsel dat het verlammingen kan veroorzaken. Het lijkt hier alsof het homeopathische principe, dat een kleine hoeveelheid van een stof de symptomen kan genezen die door een grote hoeveelheid worden veroorzaakt, bij salie duidelijk naar voor komt: immers, heel wat middeleeuwse schrijvers beschouwden salie als een zenuwtonicum en als een middel tegen verlamming… En inderdaad is de hoeveelheid thujone in een kop kruidenthee ontzettend klein).
Hetzelfde zien we overigens bij het effect op de voortplantingsorganen: een kleine hoeveelheid salie wordt beschreven als antispasmodisch, maar grotere hoeveelheden veroorzaken spastische samentrekkingen van de baarmoeder (en als het gaat om een etherische olie, dan wil ik wel vermelden dat ‘grotere hoeveelheden’ daarom niet meer dan een paar druppels moeten zijn). Er zijn dan ook al wel vaker vergiftigingsgevallen beschreven, doordat mensen op basis van wat ze in boeken vonden zichzelf gingen behandelen, en uitgingen van de verkeerde veronderstelling dat ‘meer ook beter is’. De verschijnselen die dan beschreven worden variëren van lichte duizeligheid en beven, tot dermate heftige buikpijn dat hospitalisatie nodig was. De meest voorkomende vergiftigingsverschijnselen bestaan echter uit matige tot ernstige contracties van de baarmoeder, die leidden tot een ‘menstruatie’ die echter veel te overvloedig is, en zich als een gevaarlijke bloeding uitte. Het ging in deze gevallen bovendien meestal niet om een inwendig gebruik van salie, maar om gebruik in massageolie of in badolie, in hoeveelheden variërend van 2 of 3 tot 10 druppels! Om deze reden zullen aromatherapeuten de voorkeur geven aan Scharlei (Muskaatsalie, Salvia sclarea), die heel wat therapeutische eigenschappen met salie gemeenschappelijk heeft, doch slechts een kleine hoeveelheid thujon bevat”.
Ik denk dat er heel veel groenten, vruchten en vooral kruiden zijn die bij sommige mensen maagproblemen geven of een allergische reactie geven en bij anderen niet of nauwelijks (denk aan de pitjes op aardbeien en zelf ben ik bijvoorbeeld allergisch voor kiwi’s).
Omdat er best veel salie in de likeur gaat denk ik dat het in combinatie met alcohol problemen kan geven als iemand epilepsie heeft.
Ik vrees dat ik op mijn website alleen maar informatie over tuinieren geef, en recepten plaats maar ik heb niet de kennis om allergenen of indicaties en contra-indicaties, etc. te vermelden. Maar ik zal je reactie en mijn antwoord ook even op de teeltpagina van Salie zetten zodat de informatie voor meer mensen bereikbaar is, als ze toch die pagina bezoeken.
Nogmaals dank voor je reactie en het meedenken!
groetjes,
Diana
p.s.: ik drink zelf elke dag thee van verse of zelf gedroogde salie, door 2 of 3 blaadjes in een kop heet water te laten trekken. Het helpt echt heel goed tegen opvliegers, voor wie dit leest en ook in de overgang zit :-).
Dag Diana,
Niet voor niets dat salie een vrouwenkruid wordt genoemd. Wat ik nog wil toevoegen is dat salie een enorm goed kruid is tegen winderigheid. Denk aan de lekkere aardperen.
Qua etherische oliën zoals Anne Tanne schrijft is dit wel altijd in hele kleine hoeveelheden te gebruiken. Als er 3 druppels worden voorgeschreven, moet je geen 4 druppels gebruiken. Dit is een algemeenheid van etherische oliën, niet alleen van salie. Gewoon ter info, als je een goed boek over etherische oliën wil, vind ik “la bible des huiles essentielles” van Danielle Festy een aanrader. Allicht ook in het nederlands.
Groetjes
Carine
Oh spijtig, ik had smileys toegevoegd na het vrouwen kruid en na de aardperen. Deze worden niet aanvaard
Groetjes cp
Hallo Diana,
Ik leer telkens iets nieuws als ik je blogs lees, bedankt voor de moeite om alles uit te zoeken. Twee vragen: wat is het verschil tussen de wilde paardenbloem en molsla (hierboven staat over molsla: Ze heet sla maar is zeer nauw verwant aan de paardenbloem). Waarom ik er nieuwsgierig naar ben: in de tuin heb ik een aantal ‘wilde’ paardenbloemen staan. Voor het eerst wilde ik kijken of ik die ook als molsla kan opkweken door er een bloempot over te zetten. Weet jij of de uitkomst bijna hetzelfde zou kunnen zijn als bij gekochte zaden van de molsla? Groeten, Angelique
Dag Angélique,
Paardenbloem die in uw tuin staat, kan je zonder probleem eten. Je moet dit dan wel in het vroege voorjaar doen als de jonge scheuten licht van kleur zijn of je zet er iets over zodat ze minder bitter smaken. Wat je ook kan doen, zijn de bloemknoppen die nog volledig onderaan de plant zitten en natuurlijk gesloten zijn, bakken in de pan of beignets maken. Wat overheerlijk is, is het maken van gelei van de bloemen, dit smaakt naar honing. Ik maak dit elk jaar en gebruik dit als gelei op brood, yoghurt, op geitenkaas etc. Ook maak ik aperitief van de bloemen, heel lekker. Zeg niet zomaar pissenbloem tegen paardenbloem 🙂
Oh ja, waarom de naam molsla… als de mol de paardenbloem bedekt heeft, wordt dit zowiezo lichter van kleur en minder bitter. Maar molsla zijn principieel de groene bladeren van paardenbloem. Allicht zal gekocht zaad van molsla minder bitter zijn, maar daar heb ik geen ervaring mee.
Hopelijk is dit een antwoord op jouw vraag van een paardenbloem liefhebber 🙂
Groetjes carine
Hallo Carine,
Onze vroegere tuinbuurman noemde paardenbloemen altijd ‘Franse sla’ :-).
Wat het verschil tussen paardenbloemen en molsla (allebei dezelfde plant) is zou misschien ook de bloei kunnen zijn (waarbij paardenbloemen meer bloemen maken en molsla wat meer blad maakt), maar ik weet het niet zeker.
Ik heb nog nooit paardenbloemengelei gemaakt, ben wel eens wat recepten tegengekomen maar heb er nooit veel zin in gehad.
Door je ‘betoog’ wil ik het toch dit jaar eens gaan proberen :-). Als je jouw favoriete recept voor de paardenbloemengelei wilt delen zou ik heel blij zijn. Ik heb voor nu dit recept op het oog: Paardenbloemengelei met cava maar ik weet dat jij geen geleisuiker gebruikt dus ik ben benieuwd hoe jij het maakt. Ik wil dit jaar zelf eens agaragar proberen als geleermiddel.
groetjes,
Diana
Dag Diane,
Tuurlijk wil ik het recept delen. In het Frans heet dit ‘Cramaillote de pissenlit’ mooi hé .
Voor 4 potjes :
400 bloemen, 2 citroenen, 2 appelsienen, 1,5 liter water en suiker
Dag 1 :
– op een zonnige dag 400 bloemen plukken
– steeltjes verwijderen zodat je enkel de bloemen overhoudt. Sommigen snijden onderaan de bloem het groene gedeelte weg, dit heb ik nog nooit gedaan.
– heel voorzichtig en niet lang wassen
– in de kookpot voegen, samen met in stukken gesneden appelsien en citroen
– voeg ong. 1,5 l water bij en laat een half uurtje met gesloten deksel koken (anders ben je het vocht kwijt). Best op een klein vuurtje.
Dag 2 :
– met een fijne doek filteren
– hoeveelheid jus meten en ik doe bij gelei dezelfde hoeveelheid suiker bij, alsook 1 citroen per kilo suiker.
– laten opkoken en pectine toevoegen tot de gewenste dikte. Je kan hem lopender maken om bij de yoghurt te doen of dikker als broodbeleg.
De laatste jaren maak ik deze telkens per 1200 bloemen omdat de gelei makkelijker dikt in kleine hoeveelheid. Vroeger ging ik tot 2400 bloemen, goed zot !
Groetjes
Carine
Als je liever geleisuiker gebruikt, geen probleem. Maar ik doe dit inderdaad niet.
Hallo Carine,
Dankjewel voor het recept!
Ik ga het dit jaar zeker eens maken, misschien wel op 2 manieren proberen.
Ik gebruik wel eens geleisuiker maar al minder vaak, vooral ook omdat ik het leuk vind om te experimenteren, vandaar dit jaar eens agar agar proberen.
Vooralsnog ken ik nog geen pectine die geen citroenzuur bevat maar ik geef toe dat ik misschien ook nog niet goed genoeg heb gezocht.
Nogmaals dank voor het recept!
Diana
Diana,
Wat je ook kan doen is pectine zelf maken. Dit is op basis van onrijpe appels die je afkookt. Of als de gelei niet dik genoeg is, doe ik er een pot gelei van kweeperen in (wat normalerwijze stijf staat en de smaak niet erg zal beïnvloeden). Ik hou ook de pitten bij van citroen en die laat ik meekoken met gelei. In pitten zit veel pectine. Ik doe dit dan in een theebuiltje.
Groetjes Carine
Wat fijn om dit alles te weten te komen over paardenbloemen. Komend seizoen ga ik ermee aan de slag en ik hoop er dan meer mee te gaan doen dan alleen de jonge blaadjes gebruiken. Bedankt voor jullie tips! Angelique
Hallo Carine,
Ja, dat wil ook nog wel eens proberen. Citroenpitten bewaar ik inderdaad ook al in een bakje.
Ik ga me eens verdiepen in het zelf pectine maken van appels (in de hoop op dit jaar iets meer oogst dan 3 hele appels :-)).
Maar ga zeker ook eens iets met agar agar proberen, daar ben ik ook heel benieuwd naar.
groetjes,
Diana
Hallo Diana,
Toen ik pas tuinierde, teelde ik bij voorkeur de bijzondere groenten. Dit tot verbazing van mijn kinderen die vroegen waarom bij mij boerenkool niet gewoon groen en bietjes niet gewoon rood konden zijn. Ook de stengelsla kwam op ons bord. De teelt ging heel goed. Ik was heel trots dat mijn stengelsla wel 40 cm hoog werd, terwijl op het zaaizakje stond dat de plant zo’n 25 cm hoog zou worden. De sappige stam bleek toen echter helemaal niet zo sappig meer te zijn.
Daarom mijn tip: kijk altijd op de achterkant van de zaaizakjes en oogst stengelsla als deze 25 cm hoog is. Dan zijn ze erg lekker.
Groetjes,
Wia
Hallo Wia,
Ik moet heel eerlijk toegeven dat ik de stam zelf nog nooit heb gegeten, ik vond het er nooit heel appetijtelijk uitzien.
Wij oogsten altijd de bladeren rondom zodat ze er bijna als een palmboompje uitziet:
Ik zal het dit jaar toch eens proberen (maar vind het stiekem ook een beetje zonde omdat we zo lang bladeren kunnen oogsten). Ik heb nu in Duitsland een roodbladige stengelsla gekocht, daar ben ik ook erg benieuwd naar. Ik las op de website waar ik de zaden kocht dat de stam moet worden geschild en dan gestoofd kan worden. Ik ga dit jaar de stam ook eens oogsten, en niet te lang wachten, dank voor de tip!
groetjes,
Diana
Ik kan me nog herinneren dat je zaadjes van een salademix verkocht op de website. Dat was zo leuk. Altijd een verassing wat voor sla plantjes er opkwamen!
Hallo Laura,
Ja, dat heb ik inderdaad wel eens gedaan, was erg leuk. Maar zelf zaden van sla oogsten is best lastig: in het voorjaar zaaien, wachten tot ze doorschiet, dan moeten de planten eerst ruim 1.20 meter hoog worden en bloeien en dan is het vaak juli/augustus. Daarna worden de zaden gemaakt en die moeten rijpen. De oogst van de zaden valt daarom altijd pas in september/oktober en helaas regent het dan vaak en is de kans groot dat er door schimmel en rot geen goede zaden kunnen worden geoogst. Misschien probeer ik het dit jaar wel weer eens. En in de meeste zadenwebwinkels kun je tegenwoordig ook vaak heel leuke slamengsels kopen.
groetjes,
Diana