Calamintha sylvatica

Nederlandse naam: Bergsteentijm

Er bestaan een aantal soorten bergsteentijm, bijvoorbeeld Calamintha grandiflora en Calamintha nepeta. Ik heb alleen de Calamintha sylvatica geteeld. Bij het maken van deze pagina zag ik dat ze tegenwoordig ook Clinopodium menthifolium wordt genoemd. Ik houd het vooralsnog maar bij Calamintha. De ´gewone´ Calamintha is al een erg leuke plant maar sinds een paar jaar heb ik een plant van het ras ´Menthe´ (door Brian Kabbes geselecteerd) in de voortuin in een verhoogde bak staan. En wat een geweldige winterharde vaste plant is dat! Een plant om nooit meer te laten gaan. Om meerdere redenen:

• ze bloeit heel rijk, met voor bergsteentijm behoorlijk grote lipbloempjes (ruim 0,5 centimeter groot, zie foto’s voor de bloeirijkheid, wolken van witte bloempjes)
• ze bloeit heel lang, in mei verschijnen de eerste bloempjes en die bloei gaat door tot in de nazomer. Dan worden de planten wat geel (omdat de zaden rijpen). Ik knip de plant rond eind juli terug tot op 15 centimeter, en vervolgens gaat ze weer uitlopen met fris nieuw blad en gaat ze binnen enkele weken ook weer bloeien. Afhankelijk van het weer bloeit ze alsmaar door (ik schrijf deze pagina op 7 december en ze bloeit hier nu nog steeds, en niet met een paar laatste bloempjes, zie vooral de onderste foto want zo ziet ze er in de late herfst nog steeds uit).
• ze lokt heel veel bestuivers, wordt hier vooral druk bezocht door hommels en solitaire bijtjes
• de bloempjes zijn eetbaar
• de blaadjes zijn eetbaar, smaken voornamelijk naar munt maar hebben ook een vleugje kruidigheid, als in tijm. En daardoor is ze niet alleen lekker in desserts, thee, zelfgemaakte vruchtenjam, etc. maar ook in hartige gerechten, bijvoorbeeld in een marinade of salade of bijvoorbeeld couscous, etc.

Nou, dat lijkt me al een prima opsomming. De plant staat hier in de halfschaduw in de voortuin, in een verhoogde bak, en daarin doet ze het dus geweldig. Wat meer zon zou ze nog fijner vinden. En ze houdt niet van een kletsnatte standplaats: zon, vrij droge grond die niet zuur (maar dus kalkrijk) moet zijn. Ze wordt hier zo’n 45 centimeter hoog en stoelt behoorlijk breed uit (ongeveer 55 centimeter, ook leuk om in potten of verhoogde bak of langs een paadje over de rand te laten vallen).

Zaai de zaden in het voorjaar bij kamertemperatuur voor; ze kiemen dan binnen 2 weken. Vanaf eind april, wanneer de kans op nachtvorst kleiner wordt, mag ze uitgeplant worden. En ze zal dan ook in haar eerste jaar al bloeien (wel wat later dan in de jaren die volgen).