Bloed- en Beendermeel
Is het zo’n goede meststof? En waarom dan? Wat doet het dan? Want is het eigenlijk en is het wel veilig dan (ook in het kader van BSE, Mond en Klauwzeer, etc.)? Op internet kon ik weinig antwoorden op deze vragen vinden. En die zocht ik, want er was iets mis met onze tuin en ik wist niet zo goed wat……dus zoeken/puzzelen naar de oplossing.
Bij het begin beginnen dus. We hebben sinds 1991 een volkstuin. We begonnen met een stukje van 100 vierkante meter, en zoals al elders op deze website uitgelegd is die 100 vierkante meter “leuk” uitgegroeid tot 500 vierkante meter “plezierige verslaving”.
We begonnen niet gelijk met biologisch tuinieren, zo “in” was dat begin jaren negentig nog niet, en veel informatie kon je er toen ook nog niet over vinden. We begonnen op voedzame rijke kleigrond, we bemestten toen zo links en rechts wat (naar behoeften en vooral naar aangeven en tips van oudere tuinders).
In de jaren daarop nam het bemesten wat vastere contouren aan. We kregen de beschikking over paardenstalmest van een nabijgelegen manege, dat werd (en wordt nog steeds) ondergespit in de winter. Het geeft voedingsstoffen en verbetert gelijk de grond door de stro die het bevat. Eigenlijk kun je het zo een beetje vergelijken met compost (de mest composteert samen met het stro onder de grond).
In de lente gooiden we dan nog wat meststoffen bij afzonderlijke gewassen. De hele bloementuin kreeg wat 12-10-18 (volgens mij de meest bekende kunstmeststof in tuinwereld, en 12-10-18 staat uiteraard voor 12% stikstof, 10% Fosfor en 18% Kali). De kolen en bladgewassen kregen wat stikstofrijke kunstmest en de knollen, uien, aardappelen, etc. kregen wat patentkali.
Op de foto onze kleine achtertuin (foto 2012), de planten hier lusten wel wat…..
Tot ongeveer 1994, zo rond die tijd begon de hobby wat meer serieuzere vormen aan te nemen en kochten we boeken, en begon internet een beetje bekend te worden (alhoewel het nog wel een paar jaar duurde voor ik daar echt intensief naar informatie zocht). Na alle informatie te hebben vergaard leek het ons toen heel prettig, gezond, handig en biologisch om alleen nog maar gebruik te maken van stalmest (in ons geval paardenmest) en compost, en wat patentkali bij de aardappelen en de uien.
Dit ging jaren goed, achteraf gezien vermoed ik dat dat ook te maken heeft gehad met de grond waarop we tuinieren – kleigrond is van nature erg voedzaam en daardoor hebben we jaren op deze manier kunnen tuinieren, met goede resultaten in zowel de bloementuin als de groente- en fruittuin.
Vanaf zo ongeveer 2003 komen er echter wat barstjes in de resultaten. We zagen dat ook wel maar waar komt dat dan door? De laatste 2 zomers waren niet om over naar huis te schrijven, komt het daar dan door? Of misschien mest gebruikt die niet ‘rijp’ genoeg was? Iets fout gedaan in de vruchtwisseling? Het puzzelen is begonnen. En 2003 en 2004 gingen nog redelijk, maar 2005 was echt zoveel minder in opbrengst van bepaalde soorten; planten wat ieler, prei dunner, kooltjes kleiner, knoflook klein, minder blad, planten gewoon klein en iel………..zo langzaam werd het allemaal flink minder zonder nu echt gebreken te zien. Alsof de grond uitgeput en ‘op’ was.
Toen kwam in 2006 ons Eureka-jaar. Zoals gezegd, het was allemaal heus niet slecht maar ook niet erg goed, het was het allemaal “net niet”. Op aanraden van een tuinvriend eens wat bloedmeel gekocht, gewoon een zakje van een kilo. En juist omdat we het verschil eens wilden zien dit bloedmeel alleen gebruikt bij de prei en in de Tropische achtertuin. En ondanks de matige zomer hadden we prima prei en de planten in de Tropische tuin (palmen, bananen) zijn echt heel goed gegroeid. In tegenstelling tot de andere stukken grond die we zoals traditioneel alleen bemestten met compost en paardenmest.
Soms zal de slechte zomer (zeker bij bonen die vooral groeien van mooi weer en weinig mest nodig hebben) de oorzaak zijn, maar het was wel frappant dat de kolen die we juist op het stuk hadden geplant waar de compostbak had gestaan (en waarvan we dus dachten dat daar dus wel genoeg voeding moest zijn) ook niks werden. Kool heeft niet veel last van een slechte zomer en heeft veel voedingsstoffen nodig om te groeien en kolen te maken.
In 2012 heeft onze kas (en tuin) na 3 weken lang tientallen millimeters regen en dankzij een verstopte drainage bijna een week lang onder water gestaan (foto). Je kunt je voorstellen dat alle voeding die hier in de grond zat uitgespoeld is. We gebruiken eigenlijk nooit bloed- en beendermeel in de kas (omdat de meeste kasgroenten zo’n stevige bemesting helemaal niet nodig hebben), maar in het voorjaar van 2013 zal een zeer matige hoeveelheid bloed- en beendermeel (in combinatie met compost, rijpe stalmest en wat kali) wel kunnen helpen het volledig verstoorde evenwicht te herstellen.
Dus waren we wel uitgepuzzeld. Alle boeken er nog eens op nageslagen en toen werd ons wel duidelijk dat het in onze tuin in de loop van de jaren is gaan ontbreken aan voldoende voedingsstoffen voor in een tuin die heel veel voedingsstoffen nodig heeft (vooral in een groentetuin eis je heel veel van de grond!).
Nog even ter verduidelijking; het is helemaal niet mijn bedoeling om hier te verkondigen dat compost en stalmest niet nodig zijn in de tuin. Juist deze 2 zaken zijn heel nuttig voor de tuin, ze verbeteren de structuur en daarmee de waterhuishouding, verbeteren het bodemleven, voegen humus toe en ook wat voedingselementen, onmisbare sporenelementen, en nuttige bacteriën, etc., etc. Dus vooral compost en/of stalmest blijven gebruiken!!
Maar bedenk dat een groentetuin zoveel vergt van de grond dat je waarschijnlijk na een paar jaar gaat merken dat je iets te kort komt aan voeding, en dat je daar tijdig iets aan kunt doen. En daar komt dan dus onder andere bijvoorbeeld bloedmeel en beendermeel om de hoek kijken (tenzij je liever kunstmest gebruikt). Je hoeft bloed- en beendermeel echt niet elk jaar te gebruiken, ze levert zoveel voedingsstoffen dat de kans bij elk jaar ruim bemesten hiermee wel kan leiden tot overbemesting (en overbemesting leidt tot zwakke ziekelijke planten, heel veel groei en blad maar een slechte vruchtzetting en dus weinig vrucht, of knol, etc. Vaak is de oogst dan ook minder goed en lang houdbaar, om nog niet te spreken over schadelijke stoffen als nitraat bijvoorbeeld.
Zelf bemesten we 1 keer per 3 of 4 jaar met bloed- en beendermeel en de andere 3 jaren gebruiken we bijvoorbeeld Culterra of een andere organische meststof waar ook voedingsstoffen in zitten maar dan in veel lagere doses.
Heel veel kun je niet over bloedmeel en beendermeel vinden. Wat is het eigenlijk, is het wel veilig en hoeveel kun, moet of mag je gebruiken? Vergeet vooral niet ook nog even te kijken naar de pagina over Bemesting, want daar kun je de beginselen lezen over wat welke stof doet en waarom het nodig is in de tuin (en waar die stof dan in zit).
In het heel kort allereerst hier nog even de gegevens wat welke stof (heel globaal) doet:
N = Stikstof: groei van blad en stengels
P = Fosfor: energie, transport, wortelontwikkeling, knolvorming, zaadvorming
K = Kalium: stevigheid, knolvorming, wortelvorming, weerstand
Mg = Magnesium: bladgroen, ziektegevoeligheid
Ca = Calcium: opname van voedingsstoffen en chemische verbindingen in planten
In de bijlage (onderaan de pagina) kun je vinden welke bemestingswaarden bepaalde meststoffen hebben. Hoeveel stikstof zit er eigenlijk in koemestkorrels, etc. Wellicht handig om te weten of op te zoeken wanneer je een tekort van een bepaalde voedingsstof bij een plant herkent (je kunt uiterlijke kenmerken van een gebrek aan bepaalde voedingsstoffen, zoals al eerder gezegd, vinden op de pagina Bemesting.
Vaak worden bloed- en beendermeel in 1 adem genoemd, maar bedenk dat het 2 afzonderlijke meststoffen zijn die ook allebei een heel verschillende werking hebben. Je kunt het als 2 afzonderlijke meststoffen kopen maar ik heb ook wel eens gezien dat er een mengsel van beide meststoffen werd verkocht.
Wat is dan wat en wat doet wat……….
Bloedmeel
Bloedmeel is een snelwerkende organische meststof. Ze wordt gemaakt van bloed van dieren uit de slachthuizen. Klinkt altijd een beetje zielig…… Zelf vind ik dat als je toch dieren eet en dus slacht, je het beste dan zoveel mogelijk dier moet gebruiken, dan is de dood niet voor niks geweest. Ik hoor liever dat een dier op een juiste manier is gedood en alles van dat dier is gebruikt (zowel vlees, huid, botten, bloed, etc.) dan dat een dier is gedood alleen maar voor de huid, of de slagtanden, en de rest wordt weggegooid. Sorry voor deze idealistische opmerking tussendoor 🙂
Hoe dan ook, het bloed van de geslachte dieren wordt verwerkt tot een droog poeder of korrels. Het bevat veel stikstof, wel 14%, het bevat verder weinig andere voedingsstoffen en is dus een snelwerkende enkelzijdige meststof. De stikstof van de bloedeiwitten komen heel snel vrij, vaak binnen 7 dagen na het toedienen van bloedmeel ga je al verschil merken. Zoals al eerder gezegd bevordert stikstof de groei van blad en stengels, de zogenaamde vegetatieve groei. Je geeft het dus gericht aan planten die een gebrek hebben in de groei of planten waarvan je weet dat ze heel gulzig zijn als het om stikstof gaat (planten die veel bladmassa maken).
In de bloementuin hebben we het dan bijvoorbeeld over klimplanten, Tropische planten als bananen (Musa), andere planten die veel blad maken zoals Zantedeschia, Canna’s, Bamboe, Hosta, etc. In de groentetuin zijn prei, koolsoorten, bladgewassen, etc. planten die graag een beetje extra stikstof gebruiken.
Bedenk dat bloedmeel een snelwerkende meststof is. Bij een gebrek zie je al snel resultaat. Maar om een Hosta in de winter bloedmeel te geven heeft niet zo veel nut want ze heeft dan niet eens blad. Bovendien heb je, zeker bij eetbare planten als groenten, de bijwerking dat als je op verkeerde momenten of te veel of te vaak bloedmeel geeft, er een ophoping van nitraat kan onstaan. En dat kan dan weer in groenteplanten een verhoogd nitrietgehalte geven (zeer bekend bij spinazie en bietjes).
Dus over het geven van bloedmeel; geef ongeveer elke 2 maanden (het snelwerkende bloedmeel is na ongeveer 2 tot 2,5 maanden uitgewerkt). Geef niet in de winter, het heeft geen nut, planten mogen rusten in de winter. Geef vanaf ongeveer begin lente tot halverwege de zomer (dus 2 of hooguit 3 keer in een jaar) ongeveer 50 gram per vierkante meter (lees de gebruiksaanwijzing op de verpakking!!). Na half augustus kun je beter geen bloedmeel meer geven, de dan nog gevormde slappe bladeren en stengels zullen meer bevattelijk voor vorstschade in de winter zijn.
Beendermeel
Beendermeel is heel anders. Ze bevat ook wat stikstof maar dat is niet zo heel veel. Daarentegen bevat ze veel Fosfor en zoals al eerder genoemd is Fosfor een belangrijk element bij de energiehuishouding, het transport van voedingsstoffen, de wortelontwikkeling en/of knolvorming. Oftewel, alles waar een plant mee begint. Met beendermeel schep je de voorwaarde voor een plant om voedsel op te kunnen nemen (zonder wortel geen voedselopname). Beendermeel is dus een basisbemesting, ze is langwerkend (en langzaamwerkend) en geeft over een lange periode de voedingsstoffen af die zorgen dat andere voedingsstoffen hun werk weer kunnen doen.
Beendermeel wordt ook gemaakt uit restafval uit slachthuizen, alleen dan nog een stapje verder. Wellicht niet voor iedereen bekend maar uit botten van slachtdieren worden allerlei soorten lijm gemaakt, maar ook bijvoorbeeld gelatine (dat wat ook in de pudding zit).
Maar daarom zijn er dus nog wel wat verschillen in beendermeel – afhankelijk van de herkomst (restafval van lijmfabriek of restafval van gelatinefabriek bijvoorbeeld) kan de hoeveel fosfor (en vaak zit er ook een kleine hoeveelheid stikstof in) wel wat verschillend zijn. Maar altijd dus langzaamwerkend en langwerkend, met een relatief hoog fosforgehalte (van minimaal 14-16%).
Ook beendermeel heeft, net als bloedmeel, geen bodemverbeterende eigenschappen maar is bedoeld als belangrijke aanvulling. Omdat het langwerkend is hoef je het maar 1 x per jaar toe te dienen, en ook nu is 50 gram per vierkante meter aanbevolen. Zelf strooien we het eind februari – vlak voor het echte moestuinieren gaat beginnen.
Tot slot: concreet betekent dit voor ons zelf het volgende:
Wij spitten de grond in november-december en spitten dan oude stalmest onder (voor structuur, bodemleven, humus, etc.).
In februari dienen we dan eerst compost toe (gelijk erg fijn als mulchlaag – lekker warm voor de planten ook 🙂
Daarna eens per 3 jaar beendermeel over de gehele tuin, zowel bloementuin, groentetuin, fruittuin. De andere 2 jaar gebruiken we koemestkorrels of bijvoorbeeld Culterra, in 2012 eens een meststof van DCM gekocht, was ook een goede meststof.
Eens per 3 jaar geven we dan de hele tuin in maart een bloedmeelgift. De andere 2 jaren niets (want dan gebruiken we een minder sterke meststof als koemestkorrels, of een andere organische meststof), maar bepaalde zeer gulzige planten krijgen ook in de 2 jaren dat we met organische meststof bemesten soms toch een klein handje bloedmeel; die soorten zijn Musa’s (bananen), Canna’s, Palmen, Bamboe, maar ook de prei krijgt een klein handje extra, en de koolsoorten. Verder eigenlijk niet.
Bedenk; je wilt een goede bemesting, maar niet overbemesten. Je zult daar zelf ook een beetje je weg in moeten vinden; op zandgrond is de voedingstoestand al wat minder dan op voedzame klei en is de uitspoeling wat groter. Hoe intensief gebruik je de grond (meerdere teelten per jaar, of juist niet, heel veel veeleisende groenten als kool, prei, etc. of juist weinig veeleisende groeten als uien, boontjes, etc. Gebruik je ook wel eens een groenbemester, of niet. etc.
En bedenk daarbij dat je dus de mogelijkheid hebt om gericht voeding te geven; het stukje van de kool wat extra, andere stukken minder, of misschien helemaal niet.
Van bloedmeel kun je dus ook nog wat van achter de hand houden als je ziet dat sommige planten moeite hebben met blad en stengels maken en een gebrek hebben.
Soms geven we (omdat bloedmeel maar 2,5 maanden werkzaam is), midden zomer nog wat voeding, al gebeurt dat maar heel weinig, wij doen dat eigenlijk alleen maar bij een nateelt van sluitkolen als savooi, winterandijvie, etc.
Zoals al eerder gezegd – ook voor ons is het vooral maar reageren op wat er de tuin gebeurt – een vaststaand bemestingsplan is er niet echt omdat er elk jaar verschillen zijn; het weer (een zeer natte zomer zorgt voor uitspoeling van voedingsstoffen), de soorten die je wilt zaaien, de intensiviteit van de teelt verschilt ook nogal eens per jaar, wel of geen nateelt, etc. Het blijft gewoon een beetje opletten en kijken wat er met je tuin gebeurt, en daar het jaar erop op inspelen…….
Ik hoop dat je iets aan deze informatie hebt en het je ook misschien kan helpen eventuele bemestingsproblemen op te lossen.
Tot slot nog even dit:
Er zijn natuurlijk enkelvoudige kunstmeststoffen in de handel zoals Kalkammonsalpeter en Superfosfaat of samengestelde meststoffen zoals 12-10-18 of welke andere samenstelling van N-P-K (stikstof-fosfor-kali). Mocht je geen bezwaar hebben tegen kunstmest kun je natuurlijk ook voor die soorten kiezen, er staat altijd op de verpakking hoeveel stikstof-fosfor-kali in de meststof zit en zo kun je dus ook bedenken wat je tuin nodig zou kunnen hebben.
Aangezien wij er zelf voor hebben gekozen geen kunstmest te willen gebruiken is voor ons de bloedmeel en beendermeel dus een prima optie om eens per 3 of 4 jaar onze intensief gebruikte grond een ‘boost’ te geven.
Zoals al eerder gezegd komen beiden als restafvalproducten uit de slachthuizen. Geen idee meer waar ik het heb gelezen maar ik weet zeker dat ik ergens heb gelezen dat er ook voor de productie van bloedmeel en beendermeel veiligheidsnormen zijn waar bedrijven zich in Nederland aan dienen te houden. Daardoor hoef je dus niet bang te zijn dat je bloedmeel koopt/gebruikt van dieren die door bijzondere en overdraagbare of besmettelijke ziekten als BSE, etc. Van deze dieren worden alle delen vernietigd en dus ook niet in de landbouw gebruikt.
Tot slot: ik heb een tabel gemaakt met bemestingswaarden, wat zit er in verse koemest, wat zit er in gedroogde koemestkorrels, wat zit er in patentkali, etc. Die tabel kun je hieronder aanklikken om te bekijken. En mocht je zelf eens ergens een meststof zien waar je interesse in hebt: kijk vooral achterop het pak, elke meststof, kunstmatig of organisch, geeft aan hoeveel N-P-K- en soms Mg het bevat. Het kan je helpen te beslissen welke meststof je zelf handig vindt voor je eigen tuin.