Dropplant

Eerst even dit, mocht je internationale informatie zoeken, of bijvoorbeeld zaden van dropplant in een niet-Nederlandstalige webwinkel:

• Synoniem: anijshysop, anijsnetel
• Latijnse naam:   Agastache (foeniculum, aurantiaca, rupestris, mexicana, rugosa, cana, etc.)
• Engelse naam:   Korean mint, Anise hyssop, Blue giant hyssop, Fragrant giant hyssop, Lavender giant hyssop
• Duitse naam:   Duftnessel
• Franse naam:   Hysope anisé, Agastache fenouil, Grande hysope, Anis-hysope

Je kunt deze plant ook in de database van eenjarige moestuinbloemen vinden: Database, waar ik vooral de sierwaarde van deze planten beschrijf. Met daarbij gelijk de opmerking dat Agastache/dropplant niet eenjarig is. Maar sommige soorten en rassen zijn niet heel winterhard. En het voordeel van dropplant is dat ze, als je ze zaait, ze hetzelfde jaar al bloeien, en ze dus zeker als eenjarige geteeld kan worden.

Er bestaan ruim 20 soorten dropplant (je kunt dat ook al zien aan de verschillende Engelse en Franse namen want die staan allemaal voor verschillende soorten dropplant). Sommige zijn meer sierplanten en sommige juist heel uitgesproken van geur en smaak waardoor ze zeer geschikt voor consumptie zijn. Sommige zijn winterharde vaste planten en sommige eenjarig of matig winterhard. Er zijn grote en kleine soorten en rassen, sommige hebben grotere donkergroene bladeren, andere hebben kleinere en/of soms grijsgroene blaadjes. Sommige hebben dikke bloeiaren vol met lipbloemen en andere hebben juist kleine lipbloempjes langs de stelen. En ze zijn er in vrijwel alle kleuren, van wit, geel en oranje, tot lila, paars, blauw en roze. Maar mijn persoonlijke mening: ze zijn allemaal mooi! Misschien wel één van mijn meest favoriete planten in de moestuin. Omdat ze zo mooi zijn, omdat de blaadjes en bloempjes lekker zijn in thee, gebak, desserts, salades, marinades, maar ook omdat ze zo lang en rijk bloeien, en omdat bloeiende dropplanten heel veel hommels en bijen aantrekken.

PLANT

Het is bijna lastig om een dropplant in een hoekje te stoppen: ze is zeker een kruid, maar soms is ze ook meer een lang- en rijkbloeiende vrolijke eenjarige of matig winterharde vaste plant, en een echte ‘bijenplant’. De meeste soorten bloeien de hele zomer, met kleine lipbloempjes in kleinere of grotere aren. De bloempjes zijn mooi en lekker (bijvoorbeeld in salades of als eetbare garnering in desserts of gebak). Dropplant smaakt trouwens niet naar drop zoals je die in de winkel koopt: ze heeft een anijsachtig aroma (en anijs is een belangrijk bestanddeel van drop, vandaar waarschijnlijk de naam). Sommige soorten en rassen hebben meer of minder anijs in het aroma, soms meer of minder kruidig, en soms meer of minder munt. Alleen daarom is ze al leuk: elke Agastache soort/ras heeft een eigen geur. Ik heb zelfs eens een dropplant met de naam Agastache After Eight gehad (met wat minder anijs in de geur maar wel flink wat muntaroma en ook wat chocolade, zoals de bekende after-dinner-chocolaatjes dus :-), foto bovenaan deze pagina).

Er zijn veel rassen, met verschillende bloemkleuren, soms ook een andere bladkleur, en vaak ook een eigen aroma. De meeste tuinwinkels verkopen wel dropplant-planten (vaak van soorten/rassen die grotere bloemen hebben en vaak bewezen redelijk winterhard zijn). Maar er zijn op internet ook heel veel zaden van deze planten te vinden; in de meest uiteenlopende kleuren, geuren en soorten. Als je planten of zaden koopt, let dan goed op de beschrijving qua bloemkleur, bloeiperiode, hoogte van de plant, winterhardheid, etc.). En als je een plant koopt wrijf dan vooral even licht over het blad en ruik, kies het ras dat je het mooist vindt maar ook het lekkerst vindt ruiken.

Dropplanten kunnen over het algemeen goed tegen vorst, het is vaak te natte grond die er in combinatie met de vorst voor kan zorgen dat ze na de winter niet terugkomt.

OPKWEEK

Als je zelf dropplant zaait, doe dat dan vooral in maart of april, zodat de zaailingen nog kunnen groeien tot ze half mei buiten uitgeplant kunnen worden. Zaai de zaden in potgrond die je wat luchtiger hebt gemaakt door er ongeveer 1/6e deel grof brekerzand door te mengen (of gebruik zaai- en stekgrond maar bedenk dan wel dat je enkele weken na het zaaien al moet verspenen omdat er minder voeding in zaaigrond zit). Dek de zaden af met niet meer dan een dun laagje vermiculiet of grof zand. Zet de zaaisels in een zonnig raamkozijn. De meeste dropplant-soorten kiemen bij ongeveer 18 tot 20 graden binnen 10 dagen (zoals Agastache rupestris en Agastache cana) maar er zijn ook wat soorten die wat onregelmatiger kiemen en waarbij het kiemen wel 2 tot 3 weken kan duren (zoals Agastache aurantiaca en Agastache pringlei). Ik heb trouwens ook eens Agastache in een elektrische propagator op 25 graden gezaaid en toen kiemde Agastache aurantiaca Navajo Sunset binnen 5 dagen. Temperatuur lijkt bij het kiemen dus zeker ook belangrijk (maar ook de soort, hoe oud de zaden zijn, etc.).

De zaailingen mogen uitgeplant worden (uiteraard wanneer ze groot genoeg zijn) vanaf eind april/begin mei, wanneer de kans op serieuze nachtvorst nagenoeg voorbij is (maar kijk altijd eerst nog even naar de weersverwachting voor je de zaailingen uitplant). Pas de eerste weken op voor slakken; zij vinden de jonge blaadjes van de zaailingen zo lekker dat ze ze in een nacht tot op de nerf op kunnen vreten (en dan groeien de zaailingen niet goed meer). Als de planten wat ouder zijn vinden slakken ze niet interessant meer.

Een plantafstand is niet goed te noemen, omdat er zoveel verschillende soorten en rassen zijn; houd je vooral aan de adviezen op het kaartje bij de plant of op het zakje zaden. Als ik die informatie van een bepaald ras niet kan vinden houd ik een afstand aan van ongeveer 30 x 40 centimeter.

BODEM / BEMESTING / STANDPLAATS

Dropplanten houden niet van koude en natte grond. De grond hoeft zeker niet heel droog te zijn maar moet wel luchtig en goed waterdoorlatend zijn (niet eens zo zeer voor de zomer maar vooral voor de kans op overleven in de winter). Een plekje in de volle zon vinden ze heerlijk, al kunnen ze ook goed bloeien in de halfschaduw. Ze doen het hier in onze vette klei ook best aardig, maar ze groeien beter en bloeien langer als ik ze in een verhoogde bak plant waarin de grond wat luchtiger is en minder zwaar/vast/nat. Agastache maakt een fors wortelgestel en kan heel goed zelf op zoek naar water, alleen in heel droge periodes heeft ze water nodig (en uiteraard als de planten in pot staan, daar zijn ze door hun mooie bladeren en lange en rijke bloei zeker ook geschikt voor).

Wij geven de dropplanten in de tuin rond april/mei altijd wat organische samengestelde meststof (zoals bijvoorbeeld Culterra), omdat de planten (afhankelijk van soort en ras) nog wel 50 tot 120 centimeter hoog kunnen worden en een lange bloeiduur hebben. Afhankelijk van de soort meststof herhalen we dat in juli zodat de bloei ook in de nazomer nog door kan gaan en de planten later sterk de winter in kunnen gaan.

VERZORGING

Zorg dat onkruid de jonge zaailingen niet kunnen overwoekeren. En uiteraard geef je water in droge periodes. Verder zijn de planten vrij probleemloos, ik heb nog nooit luizen of rupsen op de verschillende planten in onze tuin gezien. Soms worden planten nog wel zo groot/hoog dat het handig is om een stok erbij te zetten en ze op te binden voor ze om kunnen vallen.

Je kunt uitgebloeide bloeiaren het best terugknippen zodat er weer energie en ruimte voor nieuwe bloeiaren komt.

Er is altijd een kans dat de dropplant de winter niet overleeft. Om die reden knip je in de herfst de planten niet of alleen bij hoge soorten/rassen voor een deel terug (en als je knipt leg dan vooral de afgeknipte plantdelen tussen de stengels en stelen, als een natuurlijke bescherming tegen vorst). In de winter sterven de planten uiteindelijk bovengronds af. Je kunt de planten bij strenge vorst beschermen door er bijvoorbeeld bladeren of stro over te leggen. Eind maart kun je die bedekking dan weer weghalen, eventuele resten teugknippen en weghalen, dan kunnen de planten weer langzaam vanuit de wortels uitlopen.

Ik heb zelf vaak ook wel een dropplant in een pot staan en die zet ik simpelweg in de herfst in de koude kas voor een droge overwintering. In maart knip ik de dode plantdelen terug, geef wat voeding en ook af en toe weer water en zo komen de planten weer aan de groei zodat ze, wanneer ze eind april naar buiten mogen, al weer lekker veel stelen en blad hebben.

OOGSTEN

Je kunt blaadjes oogsten wanneer je wilt, mits de planten groot genoeg zijn en er altijd wat blaadjes over blijven om voor nieuwe groei te zorgen. Pluk de blaadjes zo kort mogelijk voor je ze in de keuken wilt gebruiken. Hetzelfde geldt voor de lipbloemen.

ZADEN OOGSTEN

In het najaar kun je uit wat uitgebloeide stengels die je hebt laten staan makkelijk zaden oogsten: als de zaden goed rijp zijn schud of wrijf je die gemakkelijk uit de dorre uitgebloeide bloempjes als je zo’n bloeiaar ondersteboven houdt. Droog de zaden nog een week in huis op een warme plaats en bewaar ze daarna op een koele en donkere plaats, de zaden blijven dan ongeveer 4 jaar kiemkrachtig.

Bedenk wel dat rassen (en ook sommige soorten) makkelijk met elkaar kunnen kruisen. Als je één dropplant in je tuin hebt kun je er zaden van oogsten maar als je meerdere soorten/rassen hebt en je voor alle zekerheid (voor het geval dat de moederplant de winter niet overleeft) wat soortechte nakomelingen wilt kun je overwegen om in de nazomer wat stekken van de planten te nemen. Je knipt dan wat verse stengels zonder bloemen of bloemknoppen van de plant. Verwijder de onderste blaadjes en snijd de stengel onder een bladknop schuin door. Knip de bovenkant van de stengels tot de stekken ongeveer 12 tot 15 centimeter lang zijn (en verwijdere ook eventuele grote bladeren). Steek de stekken minimaal 4 tot 5 centimeter diep in een potje met zaai- en stekgrond (of meng potgrond met wat grof brekerzand). Geef de stekken direct water, zet ze op een koele en beschaduwde plek en houd constant vochtig. Na ongeveer 2 weken zie je de eerste nieuwe blaadjes verschijnen. De jonge planten overwinter je vervolgens binnenshuis (op bijvoorbeeld een onverwarmde slaapkamer). In het nieuwe jaar kun je de planten naar een wat grotere pot verplanten en dan kunnen ze eind april buiten worden uitgeplant.