Pesto van doperwtjes

Natuurlijk geen echte pesto, mijn vroegere Italiaanse buurman zou een ‘rolberoerte krijgen’ als ik dit pesto durf te noemen :-), maar laat ik het dan een erg lekker ‘smeerseltje’ noemen.

Wij vinden dit erg lekker, zeker als we op een warme junidag lekker met een glaasje wijn buiten kunnen zitten. Zo als we echte pesto (met basilicum) in de volle zomer heerlijk vinden, zo vinden we dit zo lekker in de late lente, met het zoete (plus lentegevoel) van doperwtjes, het frisse van citroen en munt en het volle van de kaas en olie. Ik maak dit elk jaar wel een keer (of twee of drie :-))

Instructies

Stap 1: Voorbereiden

Breng een klein beetje water met zout aan de kook en blancheer daar de doperwten 2 minuten in, zet de pan met doperwten daarna direct in een grotere bak met koud water zodat verdere garing stopt. Laat afkoelen en giet daarna af. Rooster de pijnboompitjes in een droge koekenpan op middelhoog vuur tot ze goudbruin en knapperig zijn. Laat afkoelen. Boen de citroen schoon en rasp met een fijne rasp ongeveer 1 theelepel van de schil eraf (alleen het geel, het wit is bitter). Snijd de citroen doormidden en pers 1 halve citroen uit (de andere helft wordt waarschijnlijk niet gebruikt). Pel de knoflook en snijd in stukjes.

Stap 2: Voor de 'pesto'

Doe de knoflookstukjes in een keukenmachine, samen de theelepel citroenrasp, het sap van de halve citroen, de afgekoelde pijnboompitjes en de muntblaadjes. Maal dit tot een vrij fijne pasta. Als je geen keukenmachine hebt kun je het bijvoorbeeld ook in een vijzel maken. Voeg dan de doperwten toe en pulseer tot een grove massa (mag ook fijner hoor maar wij vinden het lekker als er nog wat structuur in zit, wat je zelf lekker vindt). Roer hier de Parmezaanse kaas door en maak smeuïg met olijfolie. Proef en voeg zo nodig nog wat zout, peper of citroensap toe. Serveer met knapperig stokbrood. Serveer met (uiteraard) vers stokbrood.

Beoordeel dit recept

Bedankt voor uw beoordeling, deze is goed verwerkt.